Veiligheidsbeleidsregels voor beheerders
Voor een veilig beheer van het apparaat dienen beheerders zich aan de
volgende beleidsregels te houden:
•
de beheerder moet het apparaat op een veilige plek plaatsen waar het
apparaat tegen fysiek contact of modulatie wordt beschermd;
•
de beheerder moet het veiligheidsbeleid van de organisatie kennen en
bij het beheer van het apparaat opvolgen;
•
de beheerder moet gebruikersrechten aan gebruikers van het apparaat
te verlenen in overeenstemming met het veiligheidsbeleid en de
procedures;
•
de beheerder mag zijn gezag over het apparaat niet misbruiken;
•
de beheerder moet het apparaat beheren in een betrouwbare
netwerkondersteunde omgeving;
•
de beheerder moet garanderen dat de certificeringsdienst via de
certificeringsserver over een veilig kanaal loopt en veilig wordt beheerd;
•
de beheerder moet een tijdstempelfunctie voorzien om een
nauwkeurige systeemlogboekgeschiedenis bij te houden;
•
de beheerder moet een veilig netwerkkanaal met SSL voorzien;
•
de beheerder moet de door de exportfunctie geëxporteerde
systeemlogboekbestanden op een beschermde en veilige plek
bewaren;
•
de beheerder moet het apparaat beveiligen tegen ongeoorloofd contact
met externe interfaces.
1. Informatie over deze beheerdershandleiding
304