Andere problemen oplossen
Toestand
Afdrukpapier wordt
• Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
niet ingevoerd.
• Het papier werd niet goed in de lade gelegd.
Verwijder het papier en plaats het op de juiste
manier in de lade.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier.
• Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat
aan de specificaties van het apparaat voldoet
(zie "Specificaties van de afdrukmedia" op
pagina 278).
• Als een origineel niet wordt ingevoerd in het
apparaat, moet het rubbermatje van de DSDF
mogelijk worden vervangen. Neem contact op
met een medewerker van de klantenservice.
Het papier blijft
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier. Gebruik de multifunctionele
vastlopen.
lade om af te drukken op speciale materialen.
• U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik
alleen papier dat aan de specificaties van het
apparaat voldoet (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 278).
• Misschien zitten er materiaalresten in het
apparaat. Open de voorklep en verwijder
eventuele resten.
• Als een origineel niet wordt ingevoerd in het
apparaat, moet het rubbermatje van de DSDF
mogelijk worden vervangen. Neem contact op
met een medewerker van de klantenservice.
Enveloppen trekken
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van
scheef of worden niet
de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de
goed ingevoerd.
envelop net raken).
Voorgestelde oplossing
16
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
drukt niet af.
geen stroom.
Het apparaat is niet als
standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende:
• De voorklep is niet gesloten. Sluit de voorklep.
• Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op
pagina 216).
• De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de
lade plaatsen" op pagina 51).
• De tonercassette of de beeldeenheid is niet
geïnstalleerd. Installeer de tonercassette of de
beeldeenheid.
Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel
tussen de computer en
het apparaat is niet
goed aangesloten.
De verbindingskabel
tussen de computer en
het apparaat is mogelijk
defect.
Voorgestelde oplossing
Controleer of het netsnoer is
aangesloten. Controleer de aan/
uit-schakelaar en het stopcontact.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het apparaat
los en sluit hem opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk aan
op een andere computer die naar
behoren werkt en druk een
document af. U kunt ook
proberen om een andere kabel
voor uw apparaat te gebruiken.
9. Problemen oplossen
243