De schakelfrequentie wordt in de regel bepaald door de maximale temperatuurverhoging van
de motor. Deze hangt in hoge mate af van de vermogensreserves van de motor in stationair
bedrijf en van de startomstandigheden (directe schakeling, ster-driehoek,
traagheidsmomenten, enz.). Mits de starts gelijkmatig verdeeld zijn over de genoemde
tijdsduur, gelden bij het opstarten met iets geopende persafsluiter de volgende waarden als
richtlijnen:
Tab. 9: Schakelfrequentie
Materiaal
G (EN-GJL-150)
B (G-CuSn10Zn)
P (PSu-GF30)
LET OP
Opnieuw inschakelen bij uitlopende motor
Beschadiging van de pomp/het pompaggregaat!
Ø Pompaggregaat pas opnieuw inschakelen nadat de pomprotor tot stilstand
is gekomen.
6.2.3
Te verpompen medium
6.2.3.1
Capaciteit
Tab. 10: Capaciteit
Temperatuurbereik (t)
-30 tot +70 °C
> 70 tot +140 °C
Met behulp van onderstaande berekeningsformule kan vastgesteld worden, of door extra
opwarming een gevaarlijke verhoging van de temperatuur aan de oppervlakte van de pomp
kan optreden.
×
×
×
Tab. 11: Legenda
Formulesymbool
c
g
H
T
f
T
O
Bedrijfspunt met grootste rendement
4)
6.2.3.2
Soortelijke massa van het te verpompen medium
Het opgenomen vermogen van de pomp verandert evenredig met de soortelijke massa van
het te verpompen medium.
minimumcapaciteit
≈ 15 % van Q
4)
Opt
≈ 25 % van Q
4)
Opt
Betekenis
Specifieke warmtecapaciteit
Valversnelling
Opvoerhoogte
Temperatuur van het te verpompen medium
Temperatuur huisoppervlak
Rendement van de pomp in het bedrijfspunt
Temperatuurverschil
Maximumaantal schakelcycli
[schakelingen/uur]
15
6
6
maximumcapaciteit
zie hydraulische grafieken
Eenheid
J/kg K
m/s²
m
°C
°C
-
K
33 / 60