6
6.1
6.1.1
6.1.2
28 / 60
6.1.3
Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling
Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling
GEVAAR
Gevaarlijke spanning
Levensgevaar door elektrische schok!
Ø Alle werkzaamheden alleen door bevoegd en vakbekwaam personeel aan
stilstaande en tegen opnieuw inschakelen beveiligde aandrijving laten
uitvoeren. Dit geldt ook voor hulpstroomkringen (bijv. stilstandverwarming).
Ø Bij alle werkzaamheden aan de geopende klemmenkast mag de aandrijving
niet elektrisch aangesloten zijn.
Voor de inbedrijfname en telkens voor het opnieuw in bedrijf nemen de elektrische
veiligheidscontroles conform EN 60204-1 uitvoeren.
Voorwaarden voor de inbedrijfname
Vóór inbedrijfname van het pompaggregaat moet aan de volgende punten zijn voldaan:
– Montage en uitlijning van de aandrijving is naar behoren uitgevoerd.
– De bedrijfsomstandigheden zijn vergeleken met de gegevens op het typeplaatje.
– De aardverbinding en de potentiaalvereffeningsverbindingen zijn naar behoren tot stand
gebracht.
– Alle bevestigingsbouten, verbindingselementen en elektrische aansluitingen zijn
aangehaald met de voorgeschreven aanhaalmomenten.
– Beschermingsmaatregelen voor bewegende en spanningvoerende onderdelen
– Temperatuurgevoelige onderdelen (leidingen enz.) liggen niet tegen het motorhuis aan.
– Het pompaggregaat is volgens de voorschriften elektrisch met alle
beveiligingsvoorzieningen aangesloten.
– De pomp is gevuld met te verpompen medium en is ontlucht.
– De draairichting is gecontroleerd.
– Alle extra aansluitingen zijn aangesloten en functioneren.
– Na langere stilstand van de pomp/het pompaggregaat zijn de maatregelen voor opnieuw
in bedrijf nemen uitgevoerd. [ð Hoofdstuk 6.4, Pagina 35]
Aardingskabelaansluiting controleren
De aardingskabelaansluiting voor inbedrijfname controleren conform EN 60204.
Isolatieweerstand controleren
Voor inbedrijfname en na langere opslag of stilstandstijd moet de isolatieweerstand worden
gecontroleerd.
AANWIJZING
Na het drogen van gerepareerde of gereinigde wikkelingen erop letten, dat de
isolatieweerstand bij een warme wikkeling kleiner is. De isolatieweerstand is
alleen na omrekening op basis van een referentietemperatuur van 25 °C goed te
beoordelen.