2.2 Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en
Gas 2000 VR/HR
2.2.1 Aansluitschema's K2R-F, K2R-S 230V-zijde
De pomp(en) en de klep worden aangesloten op het
instrumentenpaneel, d.m.v. stekers.
Afb. 06 Aansluiting 230V instrumentenpaneel type KSF 101.32
Afb. 07 Hydraulisch schema Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 HR.
Alleen voor de Gas 2000 VR is altijd retourtemperatuur-
bewaking nodig (zie hydraulische schema's afb. 02 en
Afb. 08 Hydraulisch schema Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 HR in cascade.
Cascade-opstelling met smoorkleppen.
Bij gelijke ketels moeten beide ketels worden voorzien
van een smoorklep vanwege volgordewisseling. Boven-
dien moeten de klemmen L1 van de pompaansluitingen
Uw1 (Master) en Uw2 (Slave) worden doorgelust voor
De regelaar wordt aangesloten op de print van het
instrumentenpaneel met kabelsets ZKS102 en ZKS108
en een verloopkabel 2-polig naar 6-polig.
* Max. opgenomen vermogen pomp is 250 W.
In de principeschema's zijn geen veiligheids-
voorzieningen opgenomen, zoals veiligheids-
ventiel, expansievat etc.
Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN
1078 Gavo, NEN 3028).
03), voor de overige genoemde ketels slechts bij een
extreem grote waterinhoud van de installatie.
In de principeschema's zijn geen veiligheids-
voorzieningen opgenomen, zoals veiligheids-
ventiel, expansievat etc.
Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN
1078 Gavo, NEN 3028).
het juiste schakelprogramma.
Bij een combinatie van HR-/VR-ketels heeft alleen de
VR-ketel een smoorklep nodig.
Zie voor de Gas 2000 VR hydraulisch schema afb. 02.
6
®
rematic
2935