5. Controleer de dockingstatusindicator. Het dockingstatuslampje gaat branden als de computer met
succes is aangesloten.
Opmerking: Als het lampje niet brandt, is de computer niet goed op het dockingstation aangesloten.
Om dit probleem te verhelpen, moet u de computer loskoppelen en weer aansluiten.
6. Zet de systeemslotsleutel in de vergrendelde stand (
Attentie: Als de computer is aangesloten op een dockingstation, moet u altijd de volledige eenheid
vastpakken wanneer u uw computer moet verplaatsen. Als u dat niet doet, kan het dockingstation vallen.
Een dockingstation loskoppelen
Opmerking: Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot. Als
u geen systeemslot koopt en plaatst, slaat u stap 1 in de volgende instructies over.
1. Zet de systeemslotsleutel in de ontgrendelde stand (
).
).
Hoofdstuk 4
.
39
Accessoires