4. De eenheid start niet bij het drukken op de AAN-UIT-toets (het display is ingeschakeld):
controleer de aansluiting van de microdeurschakelaar en houd er rekening mee dat het
schakelcontact gesloten moet zijn bij een gesloten deur.
Rendement van de eenheid te laag:
Kunnen geen defecten worden gevonden in de eenheid, controleer dan of: koelruimtedeuren goed sluiten, geen
koudeverlies aanwezig is, de koelruimte verstandig wordt gebruikt, geen niet bevroren vloeistoffen of voedsel is
geplaats in de lage-temperatuurruimte en of de verdamper ijsvrij is. Wij adviseren de machines uit de buurt van de
deuren te installeren, vooral als de koelruimte waarschijnlijk meerdere keren per dag wordt geopend.
WAARSCHUWING:
Het verwijderen van beveiligingen/afschermingen tijdens bedrijf van de machine is
verboden. Ze zijn ontwikkeld voor de veiligheid van de gebruiker.
12.4 Alarmen
Is de eenheid in de alarmmodus, brandt de besturings-LED, de zoemer (mits geïnstalleerd door de klant)
gaat werken en het display toont een alarmcode voor het direct identificeren van het alarm.
ALARM
(HA) afwisselend met koelruimtetemperatuur.
Hoge temperatuur
(LA) afwisselend met koelruimtetemperatuur.
Lage temperatuur
Constant (P1).
Ruimtesensor
(P2) afwisselend met koelruimtetemperatuur
Verdampersensor
(dA) afwisselend met koelruimtetemperatuur
Geopende deur
(PrE) afwisselend met ruimtetemperatuur, LED (4)
gaat telkens branden als de hogedrukschakelaar
aanspreekt. Spreekt deze meer dan 10 keer per uur
aan, verschijnt (PAL) op het display afwisselend met
de koelruimtetemperatuur en wordt het alarmrelais
Hoge druk
geactiveerd samen met LED (4).
In deze toestand worden alle functies onderbroken.
(bAL) afwisselend met koelruimtetemperatuur. De
spanningsbewaking is een elektronische inrichting die
de voedingsspanning van de eenheid controleert als
de spanningsschommeling groter is dan +/-12%. De
eenheid stopt circa 6 minuten en herstart
Spanningsbewaking
automatisch als de spanning weer binnen de
voorgeschreven limieten ligt.
Waarschuwing: bij het voor de eerste keer opstarten
wordt een fasecontrole uitgevoerd die 7 minuten
duurt, gedurende deze tijd moet de eenheid
aangesloten blijven maar in de UIT-toestand.
DISPLAY
OORZAA
Deuren te vaak geopend.
Te
hoge
temperatuur
van
opgeslagen producten.
Storing bij de eenheid.
Storing van elektronische controller Onderhoudsingreep
Sensor niet aangesloten
Sensor niet aangesloten
De openingsduur van de deur is
langer dan de max. openingsduur
van de parameter
Onjuiste werking van
condensorventilator.
Vervuilde condensor.
Verkeerde voedingsspanning
OPLOSSING
Vervang de sensor
Vervang de sensor
Automatische reset bij
het sluiten van de deur.
De koeleenheid
uitschakelen, enkele
seconden wachten en
weer inschakelen.
28