9
Controles, voorschriften en instellingen
Voor het inschakelen van de eenheid controleren of:
- alle borgschroeven zijn aangehaald
- de elektrische aansluitingen correct zijn uitgevoerd.
Mocht de eenheid geopend zijn geweest:
- geen gereedschap achtergebleven
- correct samengebouwd
- geen gaslekkages
- frontpaneel stevig bevestigd
9.1
Starten
Als volgt te werk gaan voor het starten van de eenheid:
Sluit de eenheid aan op de netvoedingsspanning. Het display wordt ingeschakeld en toont UIT.
-
De eenheid heeft een warmdraaicyclus, laat deze gedurende minimaal 3 uur in deze toestand.
-
Heeft de eenheid een spanningsbewaking, deze minimaal 7 minuten in deze toestand houden,
-
zodat de fasevolgordecontrole kan worden uitgevoerd.
Druk op de AAN/UIT-toets om de eenheid in te schakelen.
-
De gewenste koelruimtetemperatuur instellen.
-
LET OP
Midden temperatuurbereik:
Lage temperatuurbereik:
Instellen van de ruimtetemperatuur:
•
Sluit de eenheid aan op de netvoedingsspanning. UIT wordt weergegeven.
•
Druk 3 seconden op de AAN/UIT-toets om de eenheid in te schakelen.
•
Druk op de SET-toets. Het gele lampje gaat branden en de eerder ingestelde temperatuur wordt
weergegeven.
•
Druk op de volgende toetsen voor het wijzigen van deze waarde:
Druk op de SET-toets voor het bevestigen van de ingestelde waarde of wacht 15 seconden. Daarna werkt de eenheid en is geen
verdere programmering nodig. De koelcyclus verloopt geheel automatisch, volgens de in de fabriek ingestelde parameters, die
alleen kunnen worden gewijzigd door geautoriseerd personeel.
LET OP
Controleer 24 uur na het starten de toestand van de verdamper. Is ijsafzetting ontstaan, moet de
ontdooifrequentie worden verhoogd. Bij lage-temperatuureenheden moet de toestand van de
verdamper de eerste maand van gebruik elke week worden gecontroleerd.
9.2
Vergrendelen / ontgrendelen van de
toetsenbordblokkering
•
Meer dan 3 seconden drukken op de toetsen
•
De (POF)-melding wordt weergegeven en het toetsenbord wordt geblokkeerd. Op dat moment is het alleen
mogelijk het instelpunt te bekijken of de opgeslagen max. of min. temperatuur.
•
Wordt een toets langer dan 3 seconden ingedrukt, wordt de (POF)-melding weergegeven.
Ontgrendelen
•
Meer dan 3 seconden drukken op de toetsen
10.
Bedrading
Een elektrisch schema, specifiek voor de eenheden uit de SB-serie wordt meegeleverd met deze gebruiks- en
onderhoudsinstructies.
+10 -5°C
-15 -25°C
OMHOOG voor het verhogen van de temperatuur
OMLAAG voor het verlagen van de temperatuur
en
.
en
, tot de (Pon)-melding wordt weergegeven.
26