DP143/DP143G/DP143H/DP163/DP163G/DP163Y
5.6. Reinigen van de servoklepzeef
1. Isoleer het reduceertoestel en maak hem drukloos.
2. Schroef de tegenmoer (2) los en draai de regelschroef (1) in
tegenwijzerszin tot de regelveer ontspannen is.
3. Schroef de wartelmoeren af en maak de roestvrijstalen buisjes
(6 mm) los.
4. Schroef de 4 moeren (21) los en verwijder het servoklephuis
(10) samen met het veerhuis, maar zorg dat de veer (16) op de
hoofdklep (17) blijft zoals het hoort.
5. Houd het servoklephuis onderste boven en schroef de
bevestigingsmoer van de zeef los met een sleutel 27 mm SW.
6. Neem de zeef (14) uit om te reinigen maar let er op de kleine
veer (13d) en de kogel (13c) niet te verliezen. Desnoods
kunnen veer en kogel ook gereinigd worden.
7. Plaats kogel, veertje en zeef terug en span moer (13b) aan tot
15 Nm.
8. Alvorens terug samen te bouwen, verzeker er u van dt alle
ichtingsvlakken goed zuiver zijn en dat de veer (16) van de
hoofdklep (17) goed op haar plaats zit.
9. Plaats de nieuwe pakking (15) en monteer het servoklephuis.
Span de vier moeren (21) aan volgens tabel 1.
10. Schroef de impulsleiding en controleleiding weer stoomdicht
vast.
11. Stel het drukreduceerventiel weer in bedrijf volgens de
procedure van hoofdstuk 4.1.
Fig.9
5.7. Vervangen van de servomembranen.
1. Isoleer het drukreduceertoestel en maak hem drukloos.
2. Schroef de tegenmoer (2) los en draai de regelschroef (1) in
tegenwijzerszin tot de regelveer volledig ontspannen is.
3. Schuif de C-drukring (3) onder de tegenmoer uit en verwijder
het deksel (12).
4. Verwijder de regelveer (6) en bovenste veerschotel (5).
5. Schroef de 4 moeren M10 (8) los en verwijder het veerhuis (4),
de onderste veerschotel (7) en de oude servomembranen (9).
6. Plaats de nieuwe servomembranen (9) en zorg ervoor dat alle
contactoppervlakken zuiver zijn.
7. Plaats de onderste veerschotel (7) terug en bevestig het
veerhuis. Span de moeren M10 (8) aan tot 50 Nm.
8. Monteer de regelveer (6) en de bovenste veerschotel (5) en
draai de regelschroef (1) in wijzerszin tot de regelveer volledig
opgespannen is. Plaats deksel (12) en C-drukring (3) terug.
9. Stel het drukreduceertoestel weer in bedrijf volgens de
procedure van hoofdstuk 4.1.
SPIRAX-SARCO BENELUX
Tel. +32 9 244 67 10
info@be.SpiraxSarco.com
www.SpiraxSarco.com/global/be
Industriepark 5
info@nl.SpiraxSarco.com
www.SpiraxSarco.com/global/nl
5.8. Vervangen van de hoofdmembranen.
1. Isoleer het drukreduceertoestel en maak hem drukloos.
2. Schroef de lange wartelmoer (32) los en schuif ze omhoog.
3. Schroef de M12 bouten en moeren (23) los en verwijder de
onderste membraankamer (22), de twee roestvrijstalen
hoofdmembranen (24) en de klepstotervoet met klepstoter (25,
26, 30).
4. Reinig grondig de onderste membraankamer en maak alle
contactoppervlakken goed zuiver.
5. Plaats klepstotervoet met klepstoter terug. Hang de onderste
membraankamer vast met de bouten aan weerszijden van de
controleleiding (de nippel van de controleleiding past nu in de
uitsparing).
6. Schuif nu de twee hoofdmembranen samen op hun plaats (Fig.
10)
7. Wanneer de hoofdmembranen goed op hun plaats zitten, duw
dan de onderste membraankamer omhoog en bevestig ze met
de M12 bouten en moeren. Aanspannen tot 95 Nm.
8. Span de lange wartelmoer weer stoomdicht aan.
9. Stel het reduceertoestel weer in bedrijf volgens de procedure
van hoofdstuk 4.1.
Fig.10
5.9. Nazien of vervangen van de hoofdklep
1. Isoleer het drukreduceertoestel en maak hem drukloos.
2. Schroef de wartelmoeren los en verwijder de roestvrijstalen
buisjes (6 mm).
3. Schroef de 4 moeren (21) los en verwijder het servoklephuis
(10) samen met het volledig veerhuis.
4. Verwijder de veer (16) en de hoofdklep (17).
5. Schroef de hoofdklepzitting (18) los met behulp van een
dopsleutel volgens onderstaande tabel 2. (Speciale sleutel
vereist voor DN 80)
Tabel 2: Aanbevolen aanspanmoment voor zitting (18)
DN
Sleutelwijdte
15 en 15LC
30 mm
20
36 mm
25
41 mm
32
46 mm
40
-
50
-
80
-
6. De afdichtingsvlakken van de klep en zitting kunnen nu
nagezien worden.
Bij lichte sleet kunnen ze beide opgelapt worden op een
vlakplaat met behulp van fijne rodeerpasta. Dit is onmogelijk bij
de "G"-versie, de klep moet vervangen worden.
7. Vertoont een van beide sterke sleet of beschadiging dan moet
die vervangen worden. Daar klep en zitting nu niet geleverd
worden als een op elkaar gerodeerd stel is het niet absoluut
noodzakelijk ze beide te vervangen.
8. Zorg ervoor dat de schroefdraad en draagvlak in het huis
zuiver zijn en monteer de klepzitting. Aanspannen volgens
tabel 2.
9. Wanneer veel gerodeerd werd, of bij vernieuwing van één van
beide onderdelen, kan het nodig zijn de lengte van de klep-
stoter (26) te regelen om de juiste lichthoogte van de klep te
verzekeren.
10. Daartoe moet de klepstoter (26) met de klepstotervoet (25)
gedemonteerd worden volgens de procedure 5.8 stap 2 en 3.
9052 ZWIJNAARDE
+31 10 892 03 86
Installatie en Onderhoud
Aanspanmoment
110 tot 120 Nm
140 tot 150 Nm
170 tot 180 Nm
200 tot 210Nm
300 tot 310 Nm
400 tot 410 Nm
600 tot 700 Nm
IM-P006-07 / CTLS-BEn-14
- 8 / 14 -