Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Impulsleiding; Manometers; Positie T.o.v. Andere Regelkleppen - Spirax Sarco DP143 Installatie En Onderhoud

Drukreduceertoestel
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie en Onderhoud

3.8. Impulsleiding

Wanneer nauwkeurige drukregeling of maximum capaciteit vereist
is, moet de uitwendige impulsleiding gebruikt worden. Daartoe is
het huis van de servoklep voorzien van een stalen nippel (1/8 BSP)
waarop een stalen buis van 6 mm kan aangesloten worden. Bij
gebrek aan 6 mm buis kan de nippel verwijderd worden en kan een
stalen buisje 1/8 BSP rechtstreeks in het servoklephuis geschroefd
worden.
De impulsleiding moet verbonden worden met de bovenkant van
de lage-drukleiding in een turbulentievrij punt (vrije rechte leiding
van 1 m of 15 x nominale diameter voor en achter de aansluiting).
De impulsleiding zal gemonteerd worden met een verval naar de
lage-drukleiding toe zodat het condensaat in de impulsleiding kan
afvloeien naar de hoofdleiding. Als de diameter van de lage-
drukleiding te groot is om de impulsleiding bovenaan aan te sluiten
dan kan de aansluiting ook op de zijkant gebeuren.
Een kleine afsluiter wordt voorzien om het reduceertoestel te
kunne isoleren van het net.
Wanneer nauwkeurige drukregeling en/of maximum capaciteit niet
vereist zijn, kan ook gebruik gemaakt worden van de rechtstreekse
verbinding tussen het huis van de servoklep en het klephuis door
de korte impulsleiding. Deze korte impulsleiding wordt, samen met
de montagevoorschriften, meegeleverd met het reduceertoestel,
verpakt in een linnen zakje.
Voor de montage van de korte impulsleiding worden de twee
stoppen (1/8" BSP) losgeschroefd uit de zijkant van hoofdklephuis
en van servoklephuis. Eén van deze stoppen wordt gebruikt om de
aansluiting, waar oorspronkelijk de nippel van de impulsleiding zat,
af te dichten, in de vrijgemaakte aansluitingen worden de
meegeleverde nippels geschroefd waarop de impulsleiding
gemonteerd wordt.
Wanneer de twee (of meer) reduceertoestellen in parallel
gemonteerd zijn, worden de impulsleidingen samen gebracht in
een T-stuk zodat slechts één verbinding met de lage-drukleiding
nodig is (Fig.3).

3.9. Manometers

Een manometer op de lage-drukleiding is onontbeerlijk voor een
nauwkeurige afstelling van het reduceertoestel. Bij het opsporen
van defecten zal een manometer op de hoge-drukleiding zeer
nutting zijn.
3.10. Bypass
Om een onderbreking van het fabrikageproces bij eventueel
nazicht te vermijden, kunnen er 2 drukreduceertoestellen in parallel
worden geplaatst (Fig.2). Het gebruik van een manuele bypass is
niet aan te bevelen daar er geen controle is van de gereduceerde
druk bij varierende belasting. Bij een kleine belasting zou de
gereduceerde druk sterk oplopen. Bij vollast zou er stoom aan een
te lage druk geleverd worden.
Stoom
Condensaat
Fig. 4 Instelprocedure voor DP143, DP143G, en DP143H
IM-P006-07 / CTLS-BEn-14
Optie: bypass (zie sectie 3.10)
*: zie sectie 3.6
DP143/DP143G/DP143H/DP163/DP163G/DP163Y
Stoom
Condensaat
Fig. 5 Instelprocedure voor DP163, DP163G, en DP163Y
3.11. Veiligheidsklep
Gebruik
de
Kvs-waarden
drukreduceertoestel + de eventuele bypass bij het bepalen van de
veiligheidsklep. De veiligheidsklep mag niet te dicht bij de normale
werkdruk worden afgesteld.

3.12. Positie t.o.v. andere regelkleppen

Afsluiters (A), manueel of automatisch, moeten stroomopwaarts
van het drukreduceertoestel DP gemonteerd worden.
Regelapparatuur (B) stroomafwaarts van het drukreduceertoestel,
zeker in het geval van pneumatisch bediende afsluiters die
herhaaldelijk openen en sluiten, moet op min. 50 x DN van het
drukreduceertoestel gemonteerd worden. Dit om te verhinderen
dat drukpulsen zouden leiden tot een onstabiele regeling en
vroegtijdige slijtage. Een buffervat levert een gelijkaardig voordeel
op.
Een veiligheidsklep (C) beschermt de installatie tegen overdruk.
Monteer de veiligheidsklep na de eventuele regelklep en niet
tussen de regelklep en het drukreduceertoestel in.
Dit voorkomt een drukopbouw en onnodig openen van de
veiligheidsklep bij een klein lek, en toch is het systeem volledig
beschermt tegen overdruk.
Indien er na het drukreduceertoestel een regelklep gemonteerd is
dan moet de tussenliggende leiding correct ontwaterd (D) worden
om condensaatopbouw na de DP te vermijden.
Fig. 6 Positie DP17 t.o.v. andere regelkleppen
Optie: bypass (zie sectie 3.10)
*: zie sectie 3.6
van
het
volledig
geopende
- 5 / 14 -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dp143gDp143hDp163Dp163gDp163y

Inhoudsopgave