Figuur 62
1. TEC-zekering (5 A)
2. Zekering 12 V- accessoire
(5 A)
3. Zekering van telematica
(2 A)
Figuur 63
1. Zekering van DC/DC-module (10 A)
g445889
4. Zekering van
TEC-regelaar (2 A)
5. TEC-zekering (5 A)
6. Systeemzekering (7,5 A)
g445890
Onderhoud
aandrijfsysteem
Veiligheidsgordel
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer de veiligheidsgordel op slijtage en
sneden en controleer de juiste werking van het
terugtreksysteem en de sluiting. Vervang de
veiligheidsgordel als deze is beschadigd.
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maan-
delijks (houd hierbij de kortste
periode aan)
De juiste bandenspanning voor de achterbanden is
0,83 tot 0,97 bar.
Belangrijk:
Een ongelijke bandenspanning kan
leiden tot onregelmatige maairesultaten.
Opmerking:
De voorbanden zijn semipneumatisch
en hoeven niet op spanning te worden gehouden.
De wielmoeren controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100
bedrijfsuren—De wielmoeren
controleren.
Controleer de wielmoeren en draai ze vast met een
aandraaimoment van 75 tot 88 N·m.
44
Figuur 64
g001055