III. Regeleenheid
1.Bedieningsinstructies voor het bedieningspaneel
Bedieningsinterface:
1: Swing-toets
2: Timer-toets
5: Display-venster
6: Down-toets (omlaag-toets)
9: Power-toets
(aan/uit-toets)
1. SWING-toets: De SWING functie werkt alleen na het inschakelen van de unit, u kunt de swing aan- of
uitzetten.
2. TIMER toets: Wanneer de unit is ingeschakeld, drukt u op de toets om de timing te sluiten; wanneer het
toestel is uitgeschakeld, drukt u op de toets om de timing te openen.
Druk op de toets, wanneer het timingsymbool knippert, druk op de toets Up en Down om de gewenste
timingwaarde te selecteren.
Timingwaarden kunnen worden ingesteld in 1-24 uur en de timingwaarde wordt met één uur omhoog of
omlaag bijgesteld.
3. FAN SPEED-toets (ventilatorsnelheid-toets): In de modi Cooling (koelen) en Fan (ventilator) drukt u op
deze toets om de hoge, gemiddelde, lage snelheid te selecteren. Deze functie is niet beschikbaar in SLEEP
modus (sluimermodus) en DEHUMIDIFYING modus (ontvochtigingsmodus).
4. UP-toets (omhoog-toets): Druk in de timer-modus op deze toets om de tijd naar boven bij te stellen.
Druk in de cooling-modus (koelmodus) op deze toets om de temperatuur hoger in te stellen.
Deze functie is niet beschikbaar in de modus FAN (ventilator) en DEHUMIDIFYING (ontvochtiging).
3:Fan-toets (ventilator-toets)
7: Mode-toets
6
4:Up-toets (omhoog-toets)
8: Sleep Mode-toets
(sluimermodus-toets)