10.1 Werking
U neemt de stekker uit de houder van het laadstation en plaats deze in uw voertuig.
De procedure start door middel van door de laadpas kort voor het scanpunt te houden.
Als eerste wordt de stekker vergrendeld in het voertuig.
De signaallamp op het laadstation zal groen gaan knipperen (kan 1 a 2 minuten duren)
Daarna communiceert het laadstation met het voertuig en het BackOffice systeem. Als alle
veiligheid en pasgegevens zijn gecontroleerd, wordt het laadproces gestart. De signaallamp
op het laadstation zal blauw gaan oplichten. Na enige tijd kan het voorkomen dat het
laadstation de daarvoor aanwezige koeling systemen activeert om de overtollige warmte via
het ontluchtingskanaal af te voeren.
Voor het stoppen van het laadproces houdt u de pas kort voor het scanpunt. Het laad proces
wordt gestopt. U kunt de stekker nu verwijderen en terughangen in de daarvoor aanwezige
houder.
Het kan zijn dat u de auto ook moet ontgrendelen met afstandsbediening of knop op
voertuig om de stekker los te kunnen maken.
10.2 Noodstop
In geval van nood moet gebruik gemaakt worden van de daarvoor aanwezige noodknop. Bij
het activeren van de noodknop wordt het laad proces direct zowel software als hardware
matig afgebroken.
Om de noodstop te ontgrendelen moet de knop met een kleine draaibeweging met de klok
mee bewegen , de knop zal dan terug veren naar zijn ruststand.
11. TECHNISCHE SPECIFICATIES
AC INPUT
Input voltage:
Input frequentie:
Power factor:
Aansluitwaarde:
Aardlekbeveiliging:
Input onder spanningsbeveiliging:
Ingang overspanningsbeveiliging:
DC OUTPUT
Protocol:
Uitgangsvermogen:
Constant vermogensbereik:
11. www.ecotap.nl
3 x 400VAC + N ± 10%
50Hz
Nominale uitgangsbelasting PF ≥ 0.99
Minimaal 3 x 50A
(Bij lager beschikbaar vermogen kan de
lader softwarematig lager worden ingesteld)
Type B
255V ±5V
490V ±5V
Mode 4
1 - 30 kW
30KW@400-500V
18-07-22