3. Tijdens het afspelen kunt u de volgende
toetsen gebruiken:
Toets
Functie
Het afspelen onderbreken of hervatten
Volume
Volume harder of zachter zetten
•
Links: terugspoelen in een bestand
Naviga-
•
Rechts: vooruitspoelen in een bestand
tie
•
Omlaag: afspelen stoppen
Afbeeldingen bewerken
Afbeeldingen bewerken en verrassende effecten
toepassen.
Effecten toepassen
1. Druk in de standby-stand op <Menu> →
Extra's → Afbeelding bewerken.
2. Druk op <Opties> → Nieuwe afbeelding →
Openen of Foto maken.
3. Selecteer een afbeelding of maak een
nieuwe foto.
4. Druk op <Opties> → Effecten → een effectoptie.
5. Selecteer een van de mogelijke varianten van
het toe te passen effect en druk op <Klaar>.
Voor sommige effecten moet u ook het niveau
instellen.
Om een vervagingseffect toe te passen op
een bepaald gedeelte van een afbeelding,
verplaatst u het selectiekader of maakt u het
kleiner of groter. Daarna drukt u op <Opties> →
Afgehandeld.
6. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> →
Opslaan als → <Ja>.
7. Geef een nieuwe bestandsnaam in voor de
afbeelding en druk op <Opties> → Opslaan.
45