Subnet.
Een gedeelte van een netwerk met een gemeenschappelijk adresonderdeel. Op TCP/IP-netwerken
worden subnets gedefinieerd als alle apparaten waarvan de IP-adressen dezelfde prefix hebben. Alle
apparaten met IP-adressen die beginnen met 192.168.0. zouden bijvoorbeeld tot hetzelfde subnet behoren.
TCP/IP.
Het TCP (Transmission Control Protocol) en het IP (Internet Protocol) zijn protocollen die
verschillende typen computers in staat stellen met elkaar te communiceren. Het internet is gebaseerd op deze
protocollen.
TKIP.
Temporal Key Integrity Protocol: een protocol dat wordt gebruikt in combinatie met de WPA-modus voor
gegevenscodering en waarmee beveiligingssleutels door elkaar worden geschud met behulp van een
hashing-algoritme. Daarnaast biedt het protocol een controlefunctie om te zoeken op ongeautoriseerde
wijzigingen.
Verificatie.
Het controleproces van een identiteit van een gebruiker of apparaat binnen een netwerkomgeving
door middel van wachtwoorden, certificaten of tokens.
Verificatiemechanisme.
uitgevoerd. 802.1x—RADIUS-verificatie gebruikt de volgende verificatiemechanismen:
• EAP-MD5
• EAP-TLS
• EAP-TTLS
• LEAP
• MSCHAPv2
• PEAP
WEP.
Wired Equivalency Protocol: een beveiligingsprotocol dat is gedefinieerd in de originele
802.11b-specificatie. Dit protocol wordt gebruikt voor gegevenscodering en gebruikerverificatie.
WPA.
Wi-Fi Protected Access: een beveiligingsprotocol voor draadloze netwerken dat is gedefinieerd door de
Wi-Fi Alliance. Dit protocol is ontworpen om het WEP-beveiligingsprotocol te overtreffen door verbeterde
gegevenscodering en gebruikerverificatie.
De methode of het mechanisme waarmee een verificatieprotocol wordt
Verklarende woordenlijst
25