6
Klik op Next (Volgende).
7
Selecteer het type beveiliging dat door uw netwerk wordt gebruikt en klik vervolgens op Next
(Volgende).
8
Als er beveiliging is geselecteerd, voert u de juiste beveiligingssleutel(s) in en klikt u
vervolgens op Next (Volgende). Als er geen beveiliging is geselecteerd, gaat u verder met
stap 9.
9
Controleer elk netwerkattribuut op het overzichtsscherm om zeker te zijn dat de instellingen
juist zijn. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Next (Volgende)om deze instellingen toe te
passen op uw afdrukserver.
Opmerking: Door te klikken op Next (Volgende) zal het installatiehulpprogramma de draadloze
communicatie met de printer controleren. Deze controleprocedure kan maximaal
120 seconden duren. Als u er zeker van bent dat de draadloze instellingen die op
het scherm worden weergegeven juist zijn en u wilt de controleprocedure van de
draadloze communicatie niet opstarten, of als de afdrukserver wordt
geconfigureerd voor gebruik op een netwerk dat niet direct beschikbaar is voor de
printer of de configurerende computer, klikt u op het selectievakje Do not verify
the print server can join the network (Niet controleren of de afdrukserver kan
communiceren met het netwerk) om de controleprocedure van de draadloze
communicatie over te slaan, en gaat u verder met stap 11.
10
Controleer of de afdrukserver kan communiceren via het netwerk.
•
Zodra de afdrukserver op de juiste wijze is geconfigureerd en beschikbaar is op het
netwerk, klikt u op Finish (Voltooien) om het installatiehulpprogramma te sluiten.
•
Als de afdrukserver niet in staat was gebruik te maken van het draadloos netwerk, klikt u
op View Settings (Instellingen weergeven) om te controleren of de draadloze instellingen
correct zijn, waarna u de juiste optie selecteert en op Next (Volgende) klikt.
11
Koppel de USB-kabel los van de computer en de afdrukserver.
12
Verwijder de cd met MarkNet N8050-hulpprogramma's uit de computer, plaats de cd met
printerstuurprogramma's of de cd met printersoftware, en ga vervolgens verder met
De printer installeren op het
Gebruik van het hulpprogramma voor draadloze installatie
netwerk.
8