7.
Verplaats de rechtertractor tot de openingen in het papier zijn gecentreerd op de
pinnen en druk de vergrendelingshendel weer terug.
8.
Zet de papiersteun omlaag en plaats de papierbeugel (1) op het
papiertransportmechanisme (2).
9.
Druk op FF/LOAD (FF/PLAATSEN). Het papier wordt in de printer ingevoerd.
OPMERKING
De standaardinstelling voor de bovenzijde van het papier (waar het afdrukken
begint), is 2,54 cm onder de bovenzijde van de pagina. Zie
papier (TOF) instellen' op pagina 19 als u de instelling wilt wijzigen.
L
OSSE VELLEN IN DE PRINTER PLAATSEN
Gebruik losse vellen voor briefhoofden, memo's en afzonderlijke enveloppen. Ook voor het
afdrukken van afbeeldingen en grafieken is dit papierpad aanbevolen, omdat u hiermee het
papier zo nauwkeurig mogelijk kunt afstellen.
OPMERKING
Als het pad kettingpapier bevat, drukt u op de knop PARK (PARKEREN) om dit
te verwijderen voordat u losse vellen in de printer plaatst.
1.
Zorg ervoor dat de printer ingeschakeld is en niet is geselecteerd (SEL-lampje is uit).
2.
Zet de papierhendel in de positie met de markering "TOP" (BOVEN).
(
BOVENINVOER
Papier in de printer plaatsen > 17
1
2
'Bovenzijde van
)