A
CHTERAANZICHT
5
6
1.
Optionele connector: hierop sluit u de seriële interfacekaart (optioneel accessoire)
aan of de 100Base-TX/10Base-T-netwerkkaart.
2.
Connector voor de invoerlade voor losse vellen/papierrolhouder: hierop sluit u de
optionele invoerlade voor losse vellen of de papierrolhouder aan.
3.
Parallelle connector: hierop sluit u de parallelle interfaceconnector aan.
4.
USB-connector: hierop sluit u de USB-interfacekabel aan.
5.
Pintractor: voor het laden en invoeren van kettingpapier.
6.
Stroomconnector: hierop sluit u de voedingskabel van de printer aan.
D
E PRINTER PLAATSEN
>
Kies een stevig oppervlak om de printer op te plaatsen.
>
Zorg ervoor dat er genoeg ruimte rondom de printer is (houd bijvoorbeeld 60 cm
afstand van de muren aan) voor bereikbaarheid van de papiertransportknop en de
verschillende papierinvoerbanen.
>
Zorg ervoor dat er een geaard stopcontact in de buurt is.
Aan de slag > 10
1
2
3
4