het liefst niet met het bovenste
–
kwartgedeelte van de doorslijpschijf
doorslijpen. De doorslijpschijf alleen
uiterst voorzichtig in een slijpgroef
aanbrengen, niet verdraaien of
schoksgewijs in de slijpgroef steken
Wigeffect vermijden, het afgeslepen
–
gedeelte mag de doorslijpschijf niet
afremmen
Altijd met een reactiebeweging van
–
het door te slijpen voorwerp of met
andere oorzaken rekening houden
die ervoor zorgen dat de slijpgroef
wordt dichtgedrukt en de
doorslijpschijf kan vastlopen
TS 440
Het te bewerken object op
–
betrouwbare wijze vastzetten en zo
ondersteunen, dat de slijpvoeg
tijdens en na het slijpen geopend
blijft
de door te slijpen objecten mogen
–
daarom niet hol liggen, en moeten
beveiligd zijn tegen wegrollen,
wegglijden en trillingen
een vrijliggende buis stabiel en met
–
voldoende draagvermogen
ondersteunen, eventueel wiggen
gebruiken -altijd de
onderconstructie en ondergrond in
acht nemen - materiaal kan
afbrokkelen
Met diamantdoorslijpschijven nat
–
slijpen
Wegtrekken
De doorslijpmachine trekt de gebruiker
naar voren weg wanneer de
doorslijpschijf het door te slijpen object
aan de bovenzijde raakt.
Werkzaamheden - doorslijpen
De doorslijpschijf recht in
de slijpvoeg geleiden,
niet scheef drukken of
enkelzijdig belasten.
Niet schuin slijpen of
opruwen.
Geen lichaamsdeel in het verlengde
zwenkbereik van de doorslijpschijf. Let
op voldoende vrije ruimte, met name in
Nederlands
9