Verbinden via bekabeld LAN
Om af te drukken verbindt u dit apparaat en een computer met een LAN-kabel. Sluit de LAN-kabel aan en stel
het IP-adres en overige gegevens in op het bedieningspaneel.
De LAN-kabel aansluiten
1
Leg een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twisted pair, omhuld) en een hub klaar.
2
Schakel het apparaat uit.
3
Steek een uiteinde van de LAN-kabel in de netwerkinterfacestekker (LAN1) van dit apparaat.
4
Steek het andere uiteinde van de LAN-kabel in de hub.
Stel vervolgens de netwerkinformatie zoals het IP-adres in op dit apparaat.
Het IP-adres instellen
Het IP-adres instellen enz.
Stel op het bedieningspaneel waarden in die geschikt zijn voor de huidige omgeving.
Het volgende geval wordt hier als voorbeeld gekozen.
(Voorbeeld)
IP-adres van dit apparaat: 192.168.0.2
Subnet Mask: 255.255.255.0
Gateway-adres: 192.168.0.1
Wanneer u een draadloos LAN gebruikt, raadpleeg "
enz.(P.35)
Na voorbereiding van het apparaat verbinding maken met de pc
Verbinden via draadloos LAN
- 35 -
(P.40)".