Er zijn 3 soorten instellingen voor Autom. uitschakelen en de standaard fabrieksinstelling is [Auto Config
(Auto-config.)].
[Auto Config (Auto-config.)]: De voeding wordt automatisch uitgeschakeld als het apparaat gedurende een
bepaalde periode niet is gebruikt, behalve in de volgende situaties.
Als de LAN-kabel is aangesloten op de connector van de netwerkinterface
Als draadloos LAN is ingeschakeld
[Enable (Ingeschakeld)]: De voeding wordt automatisch uitgeschakeld als dit apparaat gedurende een
bepaalde tijd niet is gebruikt.
[Disable (Uitgeschakeld)]: De functie Autom. uitschakelen wordt uitgeschakeld. De voeding schakelt niet
automatisch uit.
Autom. uitschakelen werkt niet in de volgende gevallen.
Met de standaard fabrieksinstellingen werkt Autom. uitschakelen niet wanneer een netwerk
(bekabeld/draadloos) is verbonden.
Wanneer er een fout is opgetreden
Volg onderstaande procedure om de instelling voor Autom. uitschakelen te wijzigen.
1
Controleer of "Ready To Print (Klaar voor afdruk)" op het display verschijnt.
Als dit apparaat in de energiespaarstand staat, druk dan op «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om die
uit te schakelen.
2
Druk verschillende keren op de scrollknop ▼ op het bedieningspaneel om [Admin Setup
(Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op «OK».
3
Voer het beheerderswachtwoord in met behulp van het numerieke toetsenblok en druk op «OK».
Beheerderswachtwoord(P.118)
4
Druk verschillende keren op ▼ om [Power Setup (Stroom inst.)] te selecteren en druk op «OK».
5
Als [Auto Power Off (Autom. uitschakelen)] wordt weergegeven, drukt u op «OK».
6
Druk op ▲ of ▼ om [Auto Config (Auto-config.)], [Enable (Ingeschakeld)] of [Disable
(Uitgeschakeld)] te selecteren en druk op «OK».
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel
- 101 -