9-7 UIT HET TOESTEL KOMT WITTE ROOK
Binnenunit
• Wanneer de luchtvochtigheid hoog is tijdens
koelen.
Wanneer de binnenkant van de binnenunit
extreem vervuild is, kan de temperatuur in een
ruimte ongelijkmatig worden. De binnenkant van
de binnenunit moet worden gereinigd. Neem
daarvoor contact op met uw Daikin-dealer. Het
reinigen van de binnenunit moet worden uitgev-
oerd door gekwalificeerd personeel.
• Binnenunit schakelt direct na koelen uit en de
omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid
zijn laag.
De oorzaak hiervan is dat warm gasvormig
koelmiddel terugstroomt naar de binnenunit,
waardoor stoomontwikkeling ontstaat.
Binnenunit, buitenunit
• Wanneer het systeem gaat verwarmen na ont-
dooien.
Vocht dat is ontstaan tijdens het ontdooien wordt
stoom en wordt uitgeblazen.
9-8 GELUIDEN VAN AIRCONDITIONERS
Binnenunit
• Direct nadat de stroom is ingeschakeld, hoort
u een geluid als een aangeslagen gitaarsnaar.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat de elektro-
nische expansieklep in een binnenunit begint te
werken. Het geluid verdwijnt na ongeveer één
minuut.
• Wanner het apparaat wordt uitgeschakeld of
tijdens koelen hoort u een continu diep,
donker geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de afvoerpomp
(optioneel).
• Nadat het apparaat heeft verwarmd hoort u een
"piepend" geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat kunststof
onderdelen als gevolg van temperatuursverand-
eringen krimpen en uitzetten.
• Nadat de binnenunit is uitgeschakeld, hoort u
een laag "borrelend" geluid.
U hoort dit geluid wanneer de andere binnenunit
wel in bedrijf is. Om te voorkomen dat er olie en
koelmiddel in het systeem achterblijft, wordt een
kleine hoeveelheid koelmiddel rondgepompt.
Buitenunit
• Wanneer de toon van het werkingsgeluid
verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt door een verander-
ing in frequentie.
14
Binnenunit, buitenunit
• Wanneer het apparaat koelt of ontdooit, hoort
u een laag sissend geluid.
Dit is het geluid van gasvormig koelmiddel dat
door de binnen- en buitenunits stroomt.
• Nadat het apparaat is uitgeschakeld of tijdens
ontdooien hoort u gesis.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koelmid-
del niet meer stroomt of dat de stroomrichting
wordt omgekeerd.
9-9 ER KOMT STOF UIT HET APPARAAT
• Wanneer het apparaat gebruikt wordt nadat dit
langere tijd stopgezet is geweest.
Dit komt omdat er stof in het apparaat is
neergeslagen.
9-10 DE APPARATEN VERSPREIDEN
VERVELENDE LUCHTJES
• Tijdens bedrijf.
Het apparaat kan de geuren van de ruimte, het
meubilair, sigaretten enz. absorberen en vervol-
gens weer afscheiden.
9-11 DE VENTILATOR VAN DE BUITENUNIT
DRAAIT NIET
• Tijdens bedrijf.
De snelheid van de ventilator wordt geregeld voor
een optimale effectiviteit van het apparaat.
9-12 IN HET DISPLAY WORDT
WEERGEGEVEN
• Dit is het geval onmiddellijk nadat de hoofd-
schakelaar wordt ingeschakeld.
Dit betekent dat de afstandsbediening in normale
toestand is. Deze uitlezing blijft ongeveer één
minuut aanwezig.
9-13 DE COMPRESSOR OF VENTILATOR
IN DE BUITENUNIT STOPPEN NIET
• Dit dient om te voorkomen dat er olie en
koelmiddel in de compressor achterblijven.
Het apparaat zal na ongeveer 5 tot 10 minuten
worden uitgeschakeld.
9-14 DE BINNENKANT VAN EEN BUITE-
NUNIT IS WARM, ZELFS NADAT HET
APPARAAT IS UITGESCHAKELD
• De reden hiervan is dat de carterverwarming
de compressor opwarmt, zodat deze op een
goede manier kan opstarten.
"
"
Nederlands