14
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Druk op de aan-/uittoets om het ap-
paraat te activeren. Zorg dat het ap-
paraat in de instelmodus staat. Zie
'EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN
STARTEN'.
• Vul het zoutreservoir als het zou-
tindicatielampje brandt.
• Vul het glansmiddeldoseerbakje
als het indicatielampje van het
glansspoelmiddel brandt.
3. Ruim de rekken in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type
lading en de mate van vervuiling.
DE REKKEN INRUIMEN
Zie de meegeleverde folder
voor voorbeelden voor het inrui-
men van de rekken.
• Gebruik het apparaat alleen om
voorwerpen af te wassen die vaat-
wasbestendig zijn.
• Doe geen voorwerpen in het appa-
raat die gemaakt zijn van hout,
hoorn, aluminium, tin en koper.
• Plaats geen voorwerpen in het appa-
raat die water kunnen absorberen
(sponzen, keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de
voorwerpen.
• Maak aangebrande voedselresten op
de voorwerpen zachter.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en be-
stek niet in elkaar liggen. Meng le-
pels met ander bestek.
• Zorg er voor dat glazen andere gla-
zen niet aanraken
• Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
• Leg lichte voorwerpen in het boven-
rek. Zorg ervoor dat de voorwerpen
niet verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.