Fig. 24: Weergave van de schakelpunten met
vlotterschakelaar in de bedrijfssituatie "Leeg-
maken" aan de hand van het voorbeeld voor
twee pompen
7*
8*
Fig. 25: Weergave van de schakelpunten met
niveausensor in de bedrijfssituatie "Leegma-
ken" aan de hand van het voorbeeld voor twee
pompen
7.2.2
Bedrijfssituatie "Vullen"
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-L
Bediening
Niveaudetectie met vlotterschakelaar
1
Pomp 1 aan
2
Pomp 2 aan
5
3
Pomp 1 en 2 uit
4
Droogloopniveau
2
5
Hoogwaterniveau
Er kunnen max. vijf vlotterschakelaars aangesloten worden. Daarmee kunnen twee
1
pompen gestuurd worden:
▪ Pomp 1 aan
3
▪ Pomp 2 aan
▪ Pomp 1 en 2 uit
▪ Droogloopniveau
4
▪ Hoogwaterniveau
De vlotterschakelaars moeten met een maakcontact uitgerust zijn: Als het schakelpunt
bereikt is, wordt het contact gesloten.
Niveaudetectie met niveausensor of duikerklok
1
Pomp 1 aan
2
Pomp 1 uit
6
3
Pomp 2 aan
4
Pomp 2 uit
3
5
Droogloopniveau
4
6
Hoogwaterniveau
1
7
Hoogwaterniveau*
8
Droogloopniveau*
2
* Voor de verhoogde bedrijfsveiligheid bijkomend per afzonderlijke vlotterschakelaar
gerealiseerd.
5
Er kan een niveausensor of een duikerklok worden aangesloten. Daarmee kunnen drie
pompen aangestuurd worden:
▪ Pomp 1 Aan/Uit
▪ Pomp 2 Aan/Uit
▪ Pomp 3 Aan/Uit
▪ Droogloopniveau
▪ Hoogwaterniveau
Het reservoir wordt gevuld, bijv. om water in een waterreservoir te pompen. De pompen
worden bij dalend niveau ingeschakeld, bij stijgend niveau uitgeschakeld. Deze regeling
wordt hoofdzakelijk voor de watervoorziening gebruikt.
nl
25