Bedrijf
26
5.
Controleventiel (witte aansluiting) in de stand "Normale werking"
brengen.
6.
Genoteerde drukwaarden vergelijken met de streefwaarden.
7.
Meetventiel (rode aansluiting) in de stand "Normale werking"
brengen.
8.
Manometer loskoppelen.
Overdruk-veiligheidsventiel controleren
1.
Overdrukmanometer (0-1.000 mbar) op de vrije zijdelingse
aansluiting van het rode meetventiel aansluiten.
2.
Controleventiel (witte aansluiting) in de stand "Ventilatie"
brengen.
De pomp gaat aan.
3.
Meetventiel (rode aansluiting) in de stand "Controle
veiligheidsventiel" brengen.
De drukschakelaar wordt uitgeschakeld, de pomp blijft aan.
4.
Controleventiel (witte aansluiting) in de stand "Normale werking"
brengen.
De druk in de bewakingsruimte stijgt, maar mag 570 mbar niet
overschrijden!
5.
Meetventiel (rode aansluiting) in de stand "Normale werking"
brengen.
De pomp moet meteen uitgaan.
Controle van de werking van de indicatoren
Toets "Controleren" indrukken.
De groene LED "Bedrijf", de rode LED "Alarm" en de gele LED
"Service" branden en het akoestisch alarm klinkt. Het akoestisch
alarm kan met de toets "Bevestigen" uitgeschakeld worden.
Europress