3
2
Bout (3) op de schuif losdraaien en
N
wegnemen
Schuif (2) uit de kap trekken
N
Schuif (2) vanuit de zomerstand in
N
de winterstand draaien en weer
aanbrengen
Bout (3) door de schuif heen in de
N
kap draaien
Bij temperaturen tussen +10 °C en
+20 °C
Het apparaat kan bij deze temperaturen
normaal gesproken worden gebruikt met
de schuif (2) in de zomerstand. De stand
van de schuif indien nodig omzetten.
FR 410 C
Bij temperaturen boven +20 °C
2
Schuif (2) beslist weer in de
N
zomerstand plaatsen
LET OP
Bij temperaturen boven +20 °C niet in de
winterstand werken, omdat dan de kans
op motorstoringen door oververhitting
aanwezig zou zijn!
Bij temperaturen beneden -10 °C
Bij extreem winterse omstandigheden
met de volgende voorwaarden
Bij temperaturen beneden -10 °C
–
Poeder- of stuifsneeuw
–
Wordt het gebruik van de
"afdekplaatset" geadviseerd, die
leverbaar is als speciaal toebehoren.
5
Tot de "afdekplaatset" behoren de
volgende onderdelen voor het
ombouwen van het motorapparaat:
4
Afdekplaat voor het gedeeltelijk
afdekken van de sleuven in het
starterhuis
5
Filterelement uitgevoerd als
kunststof weefsel voor het luchtfilter
Bijlage, waarin de ombouw van het
–
apparaat wordt beschreven
Na het inbouwen van de afdekplaatset:
Schuif (2) in de winterstand
N
plaatsen
Bij temperaturen boven -10 °C
Het motorapparaat weer ombouwen
N
en de onderdelen van de
afdekplaatset vervangen door de
onderdelen voor de zomerstand
Afhankelijk van de
omgevingstemperatuur:
Schuif (2) in de zomer- of
N
winterstand plaatsen
Nederlands
2
4
29