Applicatierichtlijnen
6.1 Voordelen
6.2 Regellogica van
de controller
6.3 Functies
6.4 Regelreferentie voor
condensatietem-
peratuur
6.5 Ventilatorwerking
6.6 Compressorregeling
30
FRCC.PC.044.A4.10
Koelgroep regelaar
Om de grootste mate van
compressorbescherming, energiezuinigheid en
• Condensatiedrukregelaar in relatie tot de
buitentemperatuur.
• Ventilatortoerenregeling.
• Aan/uit en variabele toerenregeling van de
compressor.
• Carterverwarmingselementregeling.
• Dag/nacht regelaar bedrijf.
De regelaar ontvangt een signaal voor de gevraagde
koeling en start vervolgens de compressor.
Wanneer de compressor wordt geregeld door
een variabel toerental, dan zal de zuigdruk
(geconverteerd naar temperatuur) worden
geregeld overeenkomstig de ingestelde
verdampingstemperatuur.
De condensordrukregeling wordt uitgevoerd na
een signaal van de omgevingstemperatuursensor
• Regeling van de condensatietemperatuur
• Regeling van het ventilatortoerental.
• Aan/uit of variabele toerenregeling van de
compressor.
• Regeling van verwarmingselement in carter.
• Vloeisto njectie in economizer poort.
De regelaar regelt de condensatietemperatuur in
relatie tot de omgevingstemperatuur. Dit verschil
De regelaar zal de ventilator regelen, waarmee
de condensatietemperatuur kan worden
De compressor wordt geregeld door een signaal
op de DI1 ingang. De compressor zal starten
zodra de ingang is verbonden. Drie beperkingen
zijn geïmplementeerd om frequent starten/
stoppen te voorkomen:
- Minimale AAN-tijd:
- Minimale UIT-tijd:
- Tijd verstreken tussen twee starts.
Deze drie beperkingen hebben de hoogste prioriteit
tijdens de regeling en de andere functies zullen
wachten totdat ze compleet zijn voor de regeling
aanpassing van variabele condities te bieden, is de
koelgroep uitgerust met een speci eke regelaar.
• Ingebouwde klokfunctie met reservebatterij.
• Ingebouwde Modbus datacommunicatie.
• Bewaking perstemperatuur td.
• Olieretourbeheer bij variabel toerental bedrijf.
en de ingestelde referentie die correspondeert
met het verschil tussen de condensatie-
en omgevingstemperaturen. De regelaar
zal de ventilator regelen, waarmee de
condensatietemperatuur kan worden
gehandhaafd op de gewenste waarde. De
regelaar kan ook het verwarmingselement in het
carter regelen, zodat de olie gescheiden wordt
gehouden van het koelmiddel.
• Verhogen van de condensordrukregelingreferentie
tijdens nachtbedrijf.
• Zowel interne als externe start/stop koeling.
• Veiligheid uitschakeling geactiveerd via signaal
van automatische veiligheidsregeling.
is vooringesteld in de regelaar. Het kan ook, via een
andere parameter, `s nachts worden verhoogd.
gehandhaafd op de gewenste waarde boven de
omgevingstemperatuur.
hervat kan worden. Wanneer de compressor is
"vergrendeld" door een beperking, dan is dit
zichtbaar in een statusmelding. DI3 ingang wordt
gebruikt als veiligheidsstop voor de compressor,
een onvoldoende ingangssignaal zal de compressor
direct stoppen.. De compressor is toerentalgeregeld
met een spanningssignaal op de AO2 uitgang.
Wanneer de compressor een lange periode met
laag toerental heeft gedraaid, dan wordt het
toerental kortstondig verhoogd ten behoeven
van de olieretour.