Inhoudsopgave
Advertenties
Applicatierichtlijnen
5.6 Opstarten van
de eenheid
5.7 Controleer na starten
Systeemontwerpaanbevelingen
Nadat onderstaande stappen zijn afgerond:
1) Systeem is volledig geïnstalleerd.
2) Alle elektrische aansluitingen zijn gerealiseerd.
3) Systeem is gevuld.
De volgende stappen zijn nodig om de unit te
starten:
De controller voor de koelgroep is ingesteld voor
R404A. Wanneer deze fabrieksinstelling voor
koelmiddel evenals andere fabrieksinstellingen
geschikt zijn voor de vereisten van uw
toepassing, dan moet er geen regelaarparameter
worden gewijzigd.
• Ga voor een koelmiddelwijziging naar het
parametermenu (druk 5 s op de bovenste knop).
• Selecteer parameter "r12" (software
hoofdschakelaar) door kort op de onderste knop
te drukken.
• Activeer parameter "r12" met de middelste knop
en wijzig de waarde naar 0 (nul).
• Bevestig de waarde door kort op de middelste
knop te drukken (de 3 LED's beginnen te knipperen).
• Ga naar de parameter "o30" (Koelmiddel).
• Wijzig de waarde van de parameter "o30" naar
21 wanneer R407A, of 37 wanneer R407F wordt
gebruikt.
• Bevestig de waarde door kort op de middelste
knop te drukken.
Druk kort op de bovenste (of onderste) knop om
naar de volgende parameter of het parametermenu
Na een aantal uur stabiel bedrijf moet het volgende
worden gecontroleerd via serviceparameters U :
1. Stroomverbruik unit.
2. Rotatie van ventilator (aanzuiging via condensor).
3. Controleer op lekkages in het koelmiddelsysteem.
te gaan, bijv. Parameter r23 voor zuigdruk setpoint
of r82 voor minimale condensatiedruk. Blader
snel door de parameters door deze knoppen lang
ingedrukt te houden.
• Druk kort op de middelste knop om de waarde
van de geselecteerde parameter weer te geven.
• Druk naderhand op de bovenste (of onderste)
knop om de waarde te veranderen van de
geselecteerde parameter. Door lang te drukken
op deze knoppen zal de waarde snel veranderen.
• Selecteer parameter "r12" weer.
• Wijzig de waarde in 1 (één).
• Bevestig de waarde door kort op de middelste
knop te drukken (de 3 LED's stoppen met
knipperen en de koelgroep start indien nodig).
• Na 20 s keert het display terug naar weergave
van de verdampingstemperatuur in °C, het
nieuwe koelmiddel en alle relevante parameters
zijn gewijzigd.
Het is verplicht de carter- en
olieafscheiderverwarmingen 1 uur voor de eerste
opstart in te schakelen en ook bij opstarten na
lange stilstandsperiode om vloeibaar koelmiddel
uit de compressor te laten verdampen.
De koelgroep is af-fabriek ingesteld voor een
snelle installatie en start. De compressoraandrijving
wordt volledig beheerd door de koelgroepregelaar
en daarom moeten alle parameterinstellingen
uitsluitend via de koelgroepregelaar plaatsvinden.
4. Controleer de oververhitting.
5. Controleer het oliepeil.
6. Controleer op abnormale geluiden.
7. Controleer op abnormale trillingen.
8. Zuig- en persaansluitingen.
29
FRCC.PC.044.A4.10
Advertenties
Inhoudsopgave
