Inhoudsopgave
Advertenties
Applicatierichtlijnen
4.2 Elektrische
aansluiting
4.2.1
Voedingsspanning-
beveiliging
4.2.2
Bescherming en
kenmerken
Installatie
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat de voeding niet
ingeschakeld kan worden tijdens de installatie.
Model
OP-MPLM028
OP-MPLM035
OP-MPLM044
Opmerking: 1.De adermaat hier is de richtlijn.
In elk speci ek geval moet de kabelmaat worden
gespeci ceerd door de installateur, afhankelijk
van het systeemontwerp, omgevingstemperatuur,
kabelmateriaal, stroom, etc.
Om een veilige en probleemloze werking van de
unit te garanderen wordt het aanbevolen om:
- Te waarborgen dat de voedingsspanning
overeenkomt met die van de unit en
dat de voedingsspanning stabiel is (zie
nominale waarden op het unit label en
voedingsspanningslimieten in paragraaf 3.5).
- Zorg ervoor dat de voeding afgestemd is op
de lokale normen en wettelijke vereisten. Zorg
ervoor dat de unit correct is geaard.
De unit is uitgerust met een hoofdschakelaar
met overbelastingsbeveiliging. De
overbelastingsbeveiliging is vooraf
ingesteld in de fabriek. De waarde voor de
overbelastingsbeveiliging is te vinden in het
U moet uitsluitend de originele stroomonderbreker
gebruiken, de minimale kortsluitcapaciteit
moet 100kA zijn. Raadpleeg a.u.b. de
- Elektronische thermische compressor
beveiliging tegen overbelasting.
- Temperatuurbewaking van de heat sink
waarborgt dat de frequentie-omvormer schakelt
in geval van overtemperatuur.
- De frequentieomvormer is beschermd tegen
kortsluiting tussen compressorklemmen U, V, W.
- Wanneer een compressorfase ontbreekt,
dan schakelt de frequentie-omvormer en geeft
deze een alarm.
- Wanneer een netfase ontbreekt, dan schakelt
de frequentie-omvormer of geeft deze een
waarschuwing (afhankelijk van de belasting).
Onderstaande tabel toont de aanbevolen
bedradingsmaten voor de voedingskabels van
de koelgroep. Deze bedradingsmaten zijn geldig
voor een kabellengte tot max. 30 m.
Kabelgrootte, mm
2
(van netwerk naar hoofdschakelaar)
4
4
4
aansluitschema. Het aansluitschema is te vinden
in de frontdeur van de unit. De unit is uitgerust
met hoge- en lagedrukpressostaten, die in
geval van activering de stroomtoevoer naar de
compressor onmiddellijk afsluiten.
De unit is uitgerust met een elektronische
regelaar en compressoraandrijving.
De regelaar en compressoraandrijving zijn
voorgeprogrammeerd met parameters, klaar voor
gebruik met de daadwerkelijke unit.
Standaard zijn de parameters voor bedrijf
met koelmiddel R404A ingesteld. Wanneer
een ander koelmiddel gebruikt moet worden,
dan moet koelmiddelparameter (o30) worden
gewijzigd (raadpleeg de beschrijving in de
regelaarapplicatiehandleiding). De parameters
voor hoge- en lagedrukonderbrekingen zijn
voorgeprogrammeerd in de controller en zijn
aangepast aan de compressor en het koelmiddel
welke in het apparaat zijn geïnstalleerd.
wisselstukkensectie voor selectie van
componenten voor servicevervanging.
- Bewaking van de tussencircuitspanning
waarborgt dan de frequentie-omvormer
schakelt, wanneer de tussencircuitspanning
te laag of te hoog is.
- De frequentieomvormer is beschermd tegen
kortsluiting tussen compressorklemmen U, V, W.
- Optredende alarmen worden weergegeven in
het regelaardisplay en door de rode LED vóór de
frequentieomvormer.
- De onderliggende oorzaak van een
individueel alarm kan worden weergegeven
met een optioneel LCP (local control panel,
code 120Z0581) of de MCT10 setup software.
17
FRCC.PC.044.A4.10
Advertenties
Inhoudsopgave
