Applicatierichtlijnen
5.1 Leidingwerk ontwerp
Systeemontwerpaanbevelingen
Aansluitmaten! Ongeschikte koelmiddel
ow rate!
OPMERKING
Ga er niet van uit dat de vloeistof/
zuigaansluitingmaten op de unit de correcte
maten zijn voor de verbindingsgrootte van uw
koelleidingen!
De leidingen moet zo zijn gedimensioneerd dat
ze een optimale prestatie en goede olieretour
waarborgen. De dimensionering moet ook rekening
houden met het volledige capaciteitsbereik waarin
deze speci eke unit moet werken.
Leidingmaat
12 mm | 1/2"
16 mm (5/8")
19 mm (3/4")
22 mm (7/8")
De zuigleiding moet:
• een lichte helling naar de unit waarborgen
(aanbevolen helling minimum 0,5/100).
• zijn voorzien van P traps, dubbele stijgleidingen
en gereduceerde leidingdiameters daar waar
lange verticale stijgleidingen niet voorkomen
kunnen worden.
8 tot 12 m/s bij minimaal toerental
8 tot 12 m/s bij minimaal toerental
Wanneer de verdamper boven de CU ligt, dan
wordt een pump-down cyclus sterk aanbevolen.
Wanneer een pump-down cyclus weggelaten
moet worden, dan moet de zuigleiding een
lus hebben bij de verdamper-uitlaat om te
voorkomen dat koelmiddel in de compressor
loopt tijdens uit-cycli. Wanneer de verdamper
is gesitueerd onder de koelgroep, dan moet
de zuigstijgleiding zijn voorzien van een sifon,
om te voorkomen dat vloeibare koelmiddel
Leidingtrajecten moeten zo kort mogelijk
gehouden worden, waarbij een minimum aantal
richtingswijzigingen wordt toegepast. Gebruik
grote buigradii en voorkom het opgesloten raken
van olie en koelmiddel. Dit is vooral belangrijk
voor de zuigleiding.
Alle leidingen moeten voldoende worden
ondersteund om doorzakken te voorkomen,
waardoor olie-ophopingen kunnen ontstaan.
De aanbevolen leidingklemsteunafstand wordt
weergegeven in onderstaande tabel:
Afstand tussen 2 klemsteunen
1 m
1,5 m
1,8 m
2 m
De zuiggassnelheid moet voldoende zijn om een
goede olieretour te waarborgen, binnen 8 tot
12 m/s in verticale stijgleidingen. In horizontale
leidingen kan deze snelheid worden verlaagd
tot 4 m/s. Het gebruik van een zwanenhals en
dubbele zuigstijgleidingen is vaak vereist. Deze
zuigstijgleidingen moeten altijd worden uitgerust
met een zwanenhals aan de onderkant en een sifon
aan de bovenkant en nooit hoger dan 4 m, tenzij een
tweede zwanenhalsysteem wordt gemonteerd.
zich verzameld bij de uitlaat van de verdamper
wanneer het systeem stationair draait, hetgeen
de sensor van het expansieventiel zou misleiden.
Maximum veiligheidslengte van leidingen tussen
koelgroep en de laatste verdamper is 20 m.
Wanneer de leidinglengte meer is dan 20 m, dan
is een speciale aanpassing van het hele systeem
nodig (olie- en koelmiddelaanpassingen).
25
FRCC.PC.044.A4.10