Als u software wilt verwijderen, selecteert u
Verwijderen. Als u software hebt verwijderd, kunt u deze
alleen opnieuw installeren met het oorspronkelijke
softwarebestand, of door een volledige back-up van het
verwijderde softwarepakket te herstellen. Als u een
softwarepakket verwijdert, kunt u mogelijk niet langer
bestanden openen die met de verwijderde software zijn
gemaakt. Als een ander softwarepakket afhankelijk is van
het verwijderde softwarepakket, is het mogelijk dat deze
software niet meer werkt. Raadpleeg de documentatie
van het geïnstalleerde softwarepakket voor meer
informatie.
Installatie-instellingen
Als u installatie-instellingen wilt wijzigen, selecteert u
Opties
Instellingen
>
volgende opties:
Verwijderen
•
softwarepakket wordt na de installatie van het
apparaat verwijderd. Als u softwarepakketten met de
webbrowser downloadt, kunt u met deze optie
opslagruimte vrijmaken. Als u het bestand wilt opslaan
om het softwarepakket eventueel opnieuw te
installeren, moet u deze optie niet selecteren of ervoor
zorgen dat u een kopie van het bestand hebt
opgeslagen op een compatibele computer of op een cd-
rom.
Selecteer taal:
•
verschillende taalversies van de software bevat,
selecteert u de taalversie die u wilt installeren.
Type
— Geef op wat voor soort toepassingen u wilt
•
installeren. U kunt bijvoorbeeld alleen toepassingen
120
met gecontroleerde certificaten installeren. Deze
en maakt u een keuze uit de
— Het installatiebestand van het
— Als het softwarepakket
Opties
instelling is alleen van toepassing op toepassingen van
>
het Symbian-besturingssysteem (.sis- of .sisx-
bestanden).
Beveiligingsinstellingen voor
Java
Als u beveiligingsinstellingen voor een Java-toepassing
wilt opgeven, selecteert u
U kunt opgeven tot welke functies de Java-toepassing
toegang heeft. Welke waarde u voor elke functionaliteit
kunt instellen is afhankelijk van het beveiligingsdomein
van het softwarepakket.
Toegangspunt
•
waarmee de toepassing netwerkverbindingen kan
maken.
Netwerktoegang
•
gegevensverbinding naar het netwerk te maken.
Berichten
•
verzenden.
Toep. autom. starten
•
automatisch te starten.
Connectiviteit
•
gegevensverbinding te activeren, bijvoorbeeld een
Bluetooth-verbinding.
Multimedia
•
multimediafuncties van uw apparaat te gebruiken.
Gebr.gegevens lezen
•
agenda-items, contactpersonen of andere persoonlijke
gegevens te lezen.
Gebr.geg. bewerken
•
persoonlijke gegevens toe te voegen, bijvoorbeeld
items aan Contactpersonen.
Opties
> Instellingen.
— Een toegangspunt selecteren
— De toepassing toestaan een
— De toepassing toestaan berichten te
— De toepassing toestaan
— De toepassing toestaan een
— De toepassing toestaan de
— De toepassing toestaan uw
— De toepassing toestaan