Algemene functies
Algemene alarmingang (10 stuks)
Een ingang kan worden gebuikt voor het bewaken van een extern
signaal.
Het individuele signaal kan aan de situatie worden aangepast,
omdat het mogelijk is de alarmfunctie en de alarmmelding een
eigen tekst te geven.
Voor het alarm kan een tijdvertraging worden ingesteld.
Algemene thermostaatfuncties (1 stuk)
Deze functie kan vrij worden gebruikt voor het bewaken van een
temperatuur in de installatie of voor AAN/UIT thermostaatrege-
ling. Deze functie kan bijvoorbeeld de ventilator in de machineka-
mer schakelen.
De thermostaat kan of gebruik maken van een al aangesloten
regelvoeler (Ss, Sd, Sc3) of van een onafhankelijke voeler (Saux1).
Voor de thermostaatfunctie moet een in- en een uitschakeltem-
peratuur worden ingesteld. Het relais wordt geschakeld op basis
van de gemeten temperatuur. Alarmgrenzen voor hoge en lage
temperatuur inclusief aparte tijdvertragingen kunnen worden
ingesteld.
De individuele thermostaatfunctie kan aan de situatie worden
aangepast, omdat het mogelijk is de alarmfunctie en de alarmmel-
ding een eigen tekst te geven.
Algemene pressostaatfuncties (1 stuk)
Deze functie kan vrij gebruikt voor het bewaken van een druk
in de installatie of voor een AAN/UIT pressostaatregeling.
De pressostaat kan of gebruik maken van een al aangesloten
regelvoeler (Po, Pc) of van een onafhankelijke voeler (Paux1).
Voor de pressostaatfunctie moet een in- en een uitschakeldruk
worden ingesteld. Het relais wordt geschakeld op basis van de ge-
meten druk. Alarmgrenzen voor hoge en lage druk inclusief aparte
tijdvertragingen kunnen worden ingesteld.
De individuele pressostaatfunctie kan aan de situatie worden aan-
gepast, omdat het mogelijk is de alarmfunctie en de alarmmelding
een eigen tekst te geven
AK-PC 772A
Capaciteitsregeling
RS8HF110 © Danfoss 2017-07
Algemene spanningsingang met bijbehorend relais (1 stuk)
1 spanningsingang zijn beschikbaar voor het bewaken van 1
spanningssignal in de installatie. Voorbeelden hiervan zijn een
gasdetectiesensor, vochtigheidsmeting en een niveaumeting –
alle met bijbehorende alarmfuncties. De ingangen kan worden
gebruikt voor de meest voorkomende signalen; 0-5V, 1-5V, 2-10V
en 0-10V. Het is ook mogelijk om een 0-20mA of 4-20mA signaal
te gebruiken, maar in dat geval moet een extra weerstand op de
ingang worden geplaatst om het mA signaal te converteren. Een
relaisuitgang kan worden gedefinieerd.
Volgende worden ingesteld/uitgelezen:
- Vrij te definiëren naam
- Selectie van signaaltype (0-5V,1-5V, 2-10V of 0-10V)
- Verschaling van het uitleessignaal zodat het overeenkomt met
de meeteenheid
- Hoog en laag alarmgrens inclusief vertragingstijden
- Vrij te definiëren alarmtekst
- Toewijzen van relaisuitgang met in-en uitschakelgrenzen
inclusief vertragingstijden
Algemene PI-functies (1 eenhed)
De functie kan vrij worden gebruikt voor het regelen van een ver-
eiste functie, dan wel voor het verzenden van signalen aangaande
bedrijfstoestanden naar de regelaar. Een voorbeeld is het gebruik
van een uit/in-regeling ten behoeve van de warmteterugwin-
ningsfunctie.
Signalen kunnen worden ontvangen vanuit de volgende elemen-
ten:
- Temperatuursensor
- Druktransmitter
- Verzadigingstemperatuur
- Spanningssignaal
- Interne signalen zoals: Tc, Pc, Ss en Sd
Signalen worden weergegeven op de volgende pagina.
Signalen kunnen worden verzonden naar de volgende elementen:
Spanningssignaal
Afsluiter met stappenmotor
Pulsbreedtemodulatiesignaal (PWM) voor AKV ventiel.
De PI-functie wordt aan de ommezijde getoond.
109