Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regeling Vloeistofvat - Danfoss ADAP-KOOL AK-PC 772A Handleiding

Design guide. capaciteitsregelaar voor klein co2 -koelsysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Regeling vloeistofvat

De druk in het vloeistofvat kan zodanig worden geregeld dat deze
op een ingesteld referentiepunt wordt gehouden. Voor deze rege-
ling is de installatie van een ontvanger-afsluiter Vrec (fx type CCM
en een druktransmitter vereist. De regeling kan worden uitgevo-
erd met twee parallelle afsluiters.
Regelmethode
Drukregeling kan worden uitgevoerd met één van de volgende
definities:
• Vast setpoint
• Slagvolume van setpoint met extern signaal
• Optimalisatie, waar het IT-circuit de druk handhaaft op het meest
energie-efficiënte niveau
• Delta P, waar de referentie een drukverschil is tussen de ontvan-
ger en P0 op het MT-circuit
P-band
Er zijn twee veiligheidsfuncties voor het vloeistofvat. Deze zijn
alleen beschikbaar voor regeling met gaskoeling.
Er moet een P-riem worden geïnstalleerd om de functie te kunnen
regelen, maar beide worden standaard ingesteld op nul, waardoor
de functie inactief is.
Bovengrens vloeistofvatdruk
Stel een max. ontvangerdruk is die doorgaans de max. ontvang-
erdruk is. Wanneer de regelaar registreert dat de ontvangerdruk
in de P-band komt, begint het afsluiten van het hogedrukventiel
Vhp. De openingsgraad is lineair in de hele p-band zodat de Vhp
volledig gesloten zal zijn door op "instellen max. ontvangerdruk"
te drukken (Een volledige uitschakeling gaat er van uit dat de con-
figuratie voor het hogedrukventiel - "Min. OD% is ingesteld op 0%)
Ondergrens vloeistofvatdruk:
Er kan een ondergrens voor de vloeistofvatdruk worden ingesteld.
Als de regelaar een vloeistofvatdruk onder de ingestelde waarde
waarneemt, wordt de Vhp-afsluiter geopend. De mate van ope-
ning is lineair over de drukband, en de maximaal toegestane mate
van opening van de Vhp wordt weergegeven door op 'ingestelde
min. vloeistofvatdruk' min 'ingestelde drukband' te drukken.
Als de mate van opening van de afsluiter is ingesteld op een be-
perkte waarde en de afsluiter kan niet volledig worden geopend,
ligt de ingestelde waarde voor de mate van opening op de druk
'ingestelde min. vloeistofvatdruk' min 'ingestelde drukband' .
Wanneer de zuigdruk voor MT wordt verhoogd (bijv. door P0
optimalisatie), dan zal het nodig zijn om een zeker drukverschil te
handhaven, zodat de koelunits geregeld kunnen blijven. De instel-
ling "delta P MT" waarborgt de noodzakelijke ontvangerdruk.
AK-PC 772A
Capaciteitsregeling
RS8HF110 © Danfoss 2017-07
Beperkingen voor de regeling van de vloeistofvatdruk
Opmerking
De PI-regeling van de vloeistofvatdruk moet de bewegingsruimte
hebben om onbelemmerd te kunnen regelen.
Dit betekent dat er voldoende bewegingsruimte voor de PI-rege-
ling rondom de referentie moet zijn, namelijk ten minste 2 à 3 bar
– zowel boven als onder de referentie.
De waarde is sterk afhankelijk van de fijne afstelling van de PI-
regeling en de dynamiek van het systeem.
Een voorbeeld is een installatie van 40 bar waarin de referen-
tiedruk van het vloeistofvat is ingesteld op 35 bar. Nu kan het
systeem de normale regeling verstoren, omdat de bovengrens
voor druk zeer nauw ligt.
Heetgasdump
De regelaar heeft een functie waarmee de toevoer van heetgas
naar het vloeistofvat kan worden ingeschakeld wanneer de druk
lager wordt dan de ingestelde waarde. Het heetgas zal weer uit-
schakelen wanneer de druk het verschil overschrijdt.
Stop van compressoren
Als compressoren MT worden gestopt via de functie "Ext. com-
pressor stop" wordt de referentie voor de vloeistofvatregeling
ingesteld op "Max. vloeistofvatdruk" minus de P-band.
Wanneer IT-compressoren in bedrijf zijn, dan gaan de IT-com-
pressors door en de referentie voor de ontvangerregeling wordt
ingesteld op Max. minus de P-band.
107

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave