CHASSIS EN OPHANGING
Luchtvering (ECAS)
BIJSTELLEN
Rijhoogte van voertuig
De luchtvering wordt in twee fases bijgesteld:
1.
Plaats het voertuig op vlak terrein en zorg
ervoor dat de banden de juiste spanning
hebben.
2.
Breng het chassis met de
afstandsbediening op de maximum hoogte.
3.
Plaats plaatselijk vervaardigde
afstandsblokken tussen de sledeplaat en
3
het chassis–frame, met de korte poot op de
voorkant van het voertuig geplaatst, en laat
het chassis op de blokken zakken.
Hoogtesensor
1.
Maak de instelverbinding los van de
hoogtesensorstang.
2.
Plaats een 4mm pen door het gat in de
sensorkern om te voorkomen dat de
krukarm uit de nulpositie kan bewegen
(horizontale positie).
3.
Stel de instelverbinding voldoende bij zodat
de verbinding op de sensorbedieningsstang
kan worden aangesloten. Verwijder de pen
uit de sensor.
4.
Breng het chassis met de
afstandsbediening omhoog en verwijder de
vulblokken. Stel het chassis bij op de juiste
rijhoogte.
9–3–4
AFB. 2 HOOGTESENSOR
1. Sensorkern
2. Krukstang
3. Instelverbinding
AFB. 3 VULBLOKKEN, 2 STUKS
Deze moeten in de werkplaats van massief hout
of metaal worden vervaardigd (afmetingen in
mm).
9
45 Serie
E
9609