CHASSIS EN OPHANGING
Luchtvering (ECAS)
3.
LUCHTVERING
BEDIENING
Luchtvering (ECAS)
De elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)
bestaat uit een elektronische regeleenheid
(ECU), een hoogtesensoreenheid,
afstandsbediening, pneumatische kleppen en
twee waarschuwingslampen. De ECU bevat een
vast read–only geheugen (ROM), waarmee de
eenheid met andere componenten van het
ECAS systeem kan communiceren.
De ECU controleert het ECAS systeem
voortdurend en bevat het programma voor de
3
rijhoogte van het chassis. Indien er zich een
verandering in de rijhoogte voordoet, stuurt de
hoogtesensor een elektrisch signaal naar de
ECU eenheid. Dit signaal wordt vervolgens
omgezet in een waarde voor de chassisrijhoogte
en wordt vergeleken met de ingestelde
rijhoogte. Indien er een verschil is tussen deze
twee chassisrijhoogtes, wordt er een signaal van
de ECU eenheid gestuurd naar één of meerdere
elektropneumatische kleppen die, afhankelijk
van de chassispositie, lucht toelaten naar of
lucht uitstoten van de luchtbalgen.
Elektropneumatische regeleenheid
De regeleenheid bestaat uit twee
solenoïdekleppen, één 3/2–wegs klep en één
2/2–wegs klep. Wanneer de 3/2–wegs klep
wordt geactiveerd, wordt de tankdrukverbinding
geopend en wanneer de 2/2–wegs klep wordt
geactiveerd, wordt er een doorstroomverbinding
naar de balgen verkregen.
Spanning bij
aansluitpunt
41
—
x
—
9–3–2
Functie van
pneumatische klep
42
—
Normale bedrijfsconditie
x
Laat lucht toe naar balgen
x
Stoot lucht uit van balgen
AFB. 1 ELEKTROPNEUMATISCHE
REGELEENHEID
Aansluitpunt 41
Aansluitpunt 42
9
45 Serie
E
9609