4.5 Het verwisselen van een wiel
1
2
04-4
Het verwisselen van een wiel voorberei-
den
• Zorg in de eerste plaats voor uw eigen veilig-
heid!
• Verwissel het wiel zo mogelijk bij een aangekop-
peld trekkend voertuig.
• Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke
en vaste ondergrond.
• Bij bandenpech op de openbare weg: beveilig
het weggedeelte met gevarendriehoek resp.
1
knipperlicht.
• Trekkend voertuig: handrem aantrekken, wielen
recht naar voren zetten, in een versnelling scha-
kelen of bij een automatische versnellingsbak in
de P-stand schakelen.
• Caravan: handrem aantrekken, neuswiel in rij-
dende stand laten staan, stabilisatie-inrichting
deactiveren (let op: niet helemaal openen!).
• Haal de onderlegkeggen
de disselbak.
• Plaats de onderlegkeggen
nog intacte wiel, om het voertuig te borgen.
• Draai vóór het opkrikken de wielbouten één slag
los, maar draai ze niet verder los.
1
• Het reservewiel (niet bijgeleverd)
de caravan in de disselbak worden onderge-
bracht (speciale houder vereist).
j
j
Als de caravan beschikt over lichtme-
talen velgen, moet er bij het monteren
van een reservewiel op stalen velg op
worden gelet dat de bij de velg pas-
sende wielbouten worden gebruikt.
uit de houders in
vóór en achter het
k
kan voorin