02-8
Remmen
Een voertuig met caravan heeft een ander rem-
gedrag dan een voertuig zonder caravan. Om die
reden is het zinvol, met name voor ongeoefende
bestuurders, op een geschikt terrein een aantal
voorzichtige remtests uit te voeren. De remaf-
stand van de combinatie is langer dan die van
een voertuig zonder caravan. Deze wordt boven-
dien in sterke mate beïnvloed door de beladings-
toestand van de caravan.
Voor het remmen geldt
•
Met langere remweg rekening houden, vooral
bij nat weer.
•
Bij het bergafwaarts rijden geen hogere ver-
snelling gebruiken dan bergop.
• In principe kan een oploopremsysteem geen
onderscheid maken tussen het oplopen bij
'normaal' gebruik van de rem en het oplopen
tijdens langdurige bergritten. Daardoor kan het
gebeuren dat de wielremmen bijzonder warm
worden, zodat er in voorkomende gevallen
voldoende tijd moet worden genomen om deze
weer te laten afkoelen.
In de inrijdperiode van de remin-
richting kan afhankelijk van het model
sprake zijn van een relatief sterke
slijtage van de remvoeringen. Wij
adviseren na ongeveer 700 tot 1200
km de basisinstelling van de remmen
door een erkend bedrijf te laten con-
troleren en zonodig aanpassen. (eerste
controle)
Achteruitrijden
Uw Fendt-caravan heeft een remsysteem met
automatisch achteruitrijsysteem. Dit maakt het
mogelijk om achteruit te rijden, zonder dat de
oplooprem wordt geactiveerd. Bij de volgende
voorwaartse beweging van de caravan worden
vervolgens weer de normale remeigenschappen
tot stand gebracht.
Voor achteruitrijden geldt
•
De caravan beweegt tegengesteld aan de rich-
ting waarin u de auto stuurt.
•
Bij achteruitrijden iemand laten assisteren.