FOUTMELDINGEN
Deze paragraaf behandelt enkele fouten in de werking die zich
voor kunnen doen. Tevens worden de oorzaak en mogelijke
procedures genoemd die deze fouten te kunnen verhelpen.
De led MAINS gaat niet aan
Dit betekent dat de voedingsspanning op de kaart van de
stuurcentrale City1 ontbreekt.
1. Voordat u ingrijpt op de stuurcentrale neemt u de
voedingsspanning weg met de zekering die op de
voedingslijn geïnstalleerd is en verwijdert u de voedingsklem.
2. Controleer of er geen onderbreking van de spanning vóór de
stuurcentrale opgetreden is.
3. Controleer of zekering F1 in orde is. Is dat niet het geval
vervangt --dan de zekering met één van dezelfde waarde.
De led OVERLOAD brandt
Dit betekent dat er een overbelasting is op de voeding van de
accessoires.
1. Verwijder de connector met de klemmen 12 tot 21. De led
OVERLOAD gaat uit.
2. Verhelp de oorzaak van de overbelasting.
3. Plaats de connector terug en controleer of de led opnieuw
gaat branden.
Fout 1 (Err1)
Bij het verlaten van de programmering verschijnt de volgende
tekst op het display:
Dit betekent dat het niet mogelijk was de gewijzigde gegevens
te bewaren.
Deze storing kan niet door de installateur verholpen worden. De
stuurcentrale moet voor reparatie naar V2 Elettronica gezonden
worden.
Fout 2 (Err2)
Wanneer een startimpuls gegeven wordt gaat het hek niet open
en het display toont de volgende tekst:
Dit betekent dat de test van de triac mislukt is.
Voordat u de stuurcentrale voor reparatie naar V2 Elettronica
zendt controleert u of de motoren correct aangesloten zijn.
Indien motor 2 niet aangesloten is controleert u of het menu-
item t.AP2 op 0.0" staat.
Fout 3 (Err3)
Wanneer een startimpuls gegeven wordt gaat het hek niet
open en het display toont de volgende tekst:
Dit betekent dat de test van de fotocellen mislukt is.
1. Controleer of er geen obstakels zijn die de straal van de
fotocellen onderbreken -- op het moment dat de startimpuls
gegeven wordt.
2. Controleer of de fotocellen die door het menu ingeschakeld
zijn ook daadwerkelijk geïnstalleerd zijn.
3. Controleer, indien fotocellen van type 2 gebruikt worden, of
het menu-item Fot2 op CF.CH ingesteld is.
4. Controleer of de fotocellen gevoed worden en werkzaam zijn:
wordt de straal onderbroken dan moet de klik van het relais
hoorbaar zijn.
Fout 4
Bij opening stopt de motor na een beweging van een paar
centimeters en de display toont:
Dit betekend dat de eindeloop van gesloten positie niet
vrijkomt. Controleer de correcte aansluiting van de eindelopen
of de effectieve beweging van de poort.
Fout 5
Na een startcommando gaat de poort niet open en de display
toont:
Dit betekend dat de test van de veiligheidslijsten niet gelukt is.
Controleer de correcte werking en aansluiting van de
veiligheidslijsten. Controleer of de geactiveerde
veiligheidslijsten
(Cost 1 & Cost 2) effectief aangesloten zijn.
Fout 9
Wanneer geprobeerd wordt de instellingen van de stuurcentrale
te wijzigen en op het display de volgende tekst verschijnt:
Dit betekent dat de programmering geblokkeerd is met de
sleutel voor de blokkering van de programmering (cod. CL1).
Het is noodzakelijk de sleutel in de daarvoor bestemde
connector OPTIONS te steken voordat de instellingen gewijzigd
kunnen worden.
Verlengd voorknipperen
Wanneer de startimpuls gegeven wordt gaat het knipperlicht
onmiddellijk aan maar het hek gaat niet onmiddelijk open.
Dit betekent dat de ingestelde telling van de cyclussen bereikt
is en dat de stuurcentrale om onderhoud vraagt.
19
19