Programmering
Functiewaarde
1 H1/1 H2
(5954, 6050)
Spanningswaarde
2 H1/2 H2
(5955, 6051)
Functiewaarde
2 H1/2 H2
(5956, 6052)
Functie
menggroep 1
(6014)
Functie
uitbreidingsmoduul 1/
uitbreidingsmoduul2
(6020/6021)
Relaisuitgang
QX21/QX22/QX23
(6030 - 6032)
Correctie buitentemp opn
(6100)
Gebouwtijdconstante
(6110)
Vorstbev installatie
(6120)
Warmtevraag onder bui temp/
boven bui temp
(6128, 6129)
Luchtontvochting
(6135)
Luchtvochtigheid
vrijgave
(6136)
Opnemer opslaan
(6200)
68
TECHEM-functie: men dient de volgende waarde in te stellen: 9 V
TECHEM-functie: men dient de volgende waarde in te stellen: 9,5 V
TECHEM-functie: men dient de volgende waarde in te stellen: +9 V
Verwarmingsgroep 1: für diese Funktion können die entsprechenden Parameter in-
nerhalb des Menüpunkts Kühlkreis 1 angepasst werden.
Voorregelaar/aanvoerpomp : voor deze functie kunnen de betreffende parameters
binnen het menu-item Koelkring worden aangepast.
Koel groep 1: voor deze functiekunnen de betreffende parameters binnen het menu-
item Koelkring 1 worden aangepast.
vastlegging van de functies die via de uitbreidingsmodules 1 en 2 worden geregeld.
Zie prog. nr. 5890 tot 5894.
Instelling van een correctiewaarde voor de buitenvoeler.
De reactiesnelheid van de theoretische vertrektemperatuur wordt beïnvloed door
de glijdende buitentemperaturen in functie van het ingestelde "type constructie"
van het gebouw.
Voorbeeld waarden:
40 voor gebouwen met dikke muren of met een externe isolatie
20 voor gebouwen van normale constructie.
10 voor gebouwen van lichte constructie.
De verwarmingskringpomp wordt zonder warmtevraag afhankelijk van de buiten-
temperatuur geactiveerd. Wanneer de buitentemperatuur de onderste grenswaar-
de van -4°C bereikt, wordt de verwarmingskringpomp geactiveerd. Als de
buitentemperatuur tussen -5°C en +1,5°C ligt, wordt de pomp om de 6 uur geduren-
de 10 min geactiveerd. Bij het bereiken van de de bovenste grenswaarde van 1,5°C
wordt de pomp uitgeschakeld.
De stookketel wordt alleen in gebruik genomen wanneer de buitentemperatuur on-
der of boven de hier ingestelde waarde is.
Met het aan een QX-uitgang selecteerbare relais Luchtontluchter K29 kan bij stijgen-
de ruimteluchtvochtigheid een externe luchtontvochtiger worden ingeschakeld.
Met deze parameter kan de luchtontvochtiger worden in- en uitgeschakeld:
Aan: Bedrijf volgens prog.-nr. 6136.
Uit: Luchtontvochtiger uitgeschakeld.
Met deze parameter wordt bepaald, volgens welk programma de luchtontvochtiger
werkt:
24h/dag: continubedrijf, onafhankelijk van een timerprogramma.
Klokprogramma verw: Bedrijf volgens tijdprogramma verwarmingskring 1.
Klokprogramma 5: Bedrijf volgens tijdprogramma 5.
Onder prog.-nr. 6200 kunnen voelertoestanden worden opgeslagen. Dit gebeurt au-
tomatisch; na wijziging van de installatie (verwijderen van de voeler) moet de toe-
stand aan de voelerklemmen echter opnieuw worden opgeslagen.
Zoneregelaar ISR ZR1 B/ISR ZR 2 B
274198-01 07.11