Gew aanv temp bij
BT 25 C/BT 35C
(908, 909)
Afb. 17: Koelkarakteristiek
Koelgrens bij BT
(912)
Blokkertijd na verw einde
(913)
Start zomercomp bij BT
(918)
Einde zomercomp bij BT
(919)
274198-01 07.11
Klokprogramma 5: De koelingvrijgave vindt plaats volgens timerprogramma 5.
Koelkarakteristiek
Aan de hand van de koelkarakteristiek bepaalt d eregelaar de benodigde voorloop-
temperatuur bij een bepaalde gemengde buitentemperatuur. De koelkarakteristiek
wordt door de definitie van twee vaste punten bepaald (voorloopinstelwaarde bij
25°C en bij 35°C).
Gew aanv temp bij BT 25 C: Bepaalt voor de koeling benodigde voorlooptemperatuur
bij een gemengde buitentemperatuur van 25°C zonder rekening te houden met zo-
mercompensatie.
Gew aanv temp bij BT 35 C: Bepaalt voor de koeling benodigde voorlooptemperatuur
bij een gemengde buitentemperatuur van 35°C zonder rekening te houden met zo-
mercompensatie.
Tgwak Gewenste waarde aanvoertemp voor koeling
Tbgem Gemengde buitentemperatuur
Ligt de gemengde buitentemperatuur boven de koelgrens, dan is de koeling vrijge-
geven. Daalt de gemengde buitentemperatuur onder de koelgrens, dan wordt de
koeling geblokkeerd.
Om na het einde van het stoken een te snel inschakelen van de keoling te vermijden,
wordt de koelfunctie gedurende de hier instelbare tijd geblokkeerd. De blokkeertijd
start, wanneer er geen geldige verwamingsvraag van verwarmingskring 1 aanwezig
is. Verwarmingsvragen van verwarmingskring 2 of verwarmingskring P worden niet
in aanmerking genomen.
Bij het activeren van de koelfunctie via de bedrijfsmodus-toets aan het ruimteap-
paraat wordt de blokkeerduur niet in aanmerking genomen. Het manuale activeren
van de koelfunctie is alleen mogelijk wanneer de verwarmingskring 1 zich niet in
verwarmingsbedrijf bevindt.
Zomercompensatie
In de zomer wordt de comfortinstelwaarde (prog-nr. 902) met stijgende buitentem-
peratuur geleidelijk verhoogd. Hiermee wordt koelenergie bezuinigd en te grote
temperatuurverschillen tussen ruimte- en buitentemperatuur worden voorkomen.
De resulterende ruimte-instelwaarde (koelen) kan op info-niveau worden afgeroe-
pen.
Vanaf de hier ingestelde buitentemperatuur begint de zomercompensatie te wer-
ken. Bij verder stijgende buitentemperatuur wordt de comfortinstelwaarde perma-
nent verhoogd.
Bij deze buitentemperatuur bereikt de zomercompensatie z'n volle werking (prog.-
nr. 920). Een verder stijgende buitentemperatuur heeft geen invloed meer op de
comfortinstelwaarde.
Zoneregelaar ISR ZR1 B/ISR ZR 2 B
Programmering
53