7
Werking en bedrijf
7.1
Verwarmen algemeen
De cv-installatie kan meerdere cv-circuits bevatten. De cv-installatie
wordt afhankelijk van de beschikbaarheid en het type bijverwarming
overeenkomstig de bedrijfsmodus geïnstalleerd. De instellingen hier-
voor worden door de installateur uitgevoerd.
7.1.1
Cv-circuits
• Circuit 1: de regeling van het eerste cv-circuit hoort bij de standaard-
uitrusting van de regelaar en wordt via de gemonteerde aanvoertem-
peratuursensor evt. in combinatie met een geïnstalleerde
kamertemperatuurgestuurde regelaar gecontroleerd.
• Circuit 2-4 (gemengd): optioneel is er een regeling voor meerdere
circuits verkrijgbaar. In dit geval worden de circuits met cv-circuitmo-
dule, mengkraan, pomp, aanvoertemperatuursensor en evt. kamer-
temperatuurgestuurde regelaar uitgerust.
7.1.2
Verwarmingsregeling
• Buitentemperatuursensor: op de buitenmuur van het huis wordt
een sensor gemonteerd. De buitentemperatuursensor geeft aan het
regeltoestel de actuele buitentemperatuur door. Bij de weersafhan-
kelijke regeling stuurt de warmtepomp de warmte in huis automa-
tisch overeenkomstig de buitentemperatuur aan.
De gebruiker kan op de bedieningseenheid de verwarmingstempera-
tuur in verhouding tot de buitentemperatuur door wijziging van de ka-
mertemperatuurinstelling en eventuele veranderingen in de stooklijn
zelf vastleggen.
• Buitentemperatuursensor en kamertemperatuurgestuurde re-
gelaar (per cv-circuit is er één afstandsbediening mogelijk): voor de
regeling met buitentemperatuursensor en kamertemperatuursensor
moet ten minste één afstandsbediening met geïntegreerde tempera-
tuursensor centraal in de woning geplaatst worden. De afstandsbe-
diening wordt op de warmtepomp aangesloten en signaleert aan de
besturing de actuele kamertemperatuur. Dit signaal beïnvloedt de
aanvoertemperatuur. Die wordt bijvoorbeeld verlaagd, als de warm-
tepomp hogere temperaturen levert, dan in de afstandsbediening is
ingesteld.
Afstandsbedieningen worden aanbevolen, als naast de buitentempe-
ratuur nog andere factoren de temperatuur in huis beïnvloeden, bijv.
een kachel, ventilatorconvector, een huis dat sterk aan de wind is
blootgesteld of directe zonnestraling.
Alleen de ruimten, waarin de afstandsbediening met geïntegreerde ka-
mertemperatuursensor is gemonteerd, beïnvloeden de regeling van de
kamertemperatuur van het betreffende cv-circuit.
7.1.3
Tijdsturing van de verwarming
• Vakantie: de regelaar beschikt over meerdere programma's met va-
kantiefunctie, die de kamertemperatuur gedurende een ingestelde
periode op een lager of hoger niveau instellen.
• Externe besturing: de regelaar kan extern worden beïnvloed. Dat
betekent, dat een vooringestelde functie wordt uitgevoerd, zodra de
regelaar een ingangssignaal ontvangt.
7.1.4
Bedrijfsmodi
• Met elektrische bijverwarming: de warmtepomp kan zodanig wor-
den gedimensioneerd, dat het vermogen iets onder de maximale be-
hoefte van het huis ligt en de geïntegreerde elektrische
bijverwarming samen met de warmtepomp de vraag dekt, zodra de
warmtepomp alleen niet meer volstaat.
Bovendien wordt de elektrische bijverwarming in de alarmmodus
evenals door de functie extra warmwater en door de thermische des-
infectie geactiveerd.
Logatherm WSW196i.2/186i – 6721832795 (2023/09)
7.2
Energiemeting
De energiemeting in de warmtepomp is gebaseerd op druk- en tempera-
tuurwaarden uit het koudecircuit, het compressortoerental en het in-
gangsvermogen van de inverter. De fouttolerantie ligt in normale
gevallen tussen 5–10%.
8
Onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken!
▶ Schakel, voordat werkzaamheden aan de elektrische installatie wor-
den uitgevoerd, de hoofdvoeding uit.
GEVAAR
Vrijkomende giftige gassen!
Het koelmiddelcircuit bevat stoffen, die bij vrijkomen of bij brand giftige
gassen kunnen vormen. Deze gassen veroorzaken al in lage concentratie
ademhalingsstilstand.
▶ Verlaat de ruimte bij lekkage van het koelmiddelcircuit direct en ven-
tileer zorgvuldig.
OPMERKING
Vervormingen door warmte!
Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal in de warmte-
pomp.
▶ Bescherm bij soldeerwerkzaamheden in de warmtepomp het isola-
tiemateriaal met warmtebestendig materiaal of vochtige doeken.
▶ Gebruik alleen originele wisselstukken!
▶ Vraag reserveonderdelen aan conform de reserveonderdelenlijst.
▶ Vervang gedemonteerde dichtingen en O-ringen door nieuwe exem-
plaren.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Geactiveerde alarmen weergeven
▶ Controleer het alarmprotocol (regelaarhandboek).
7
Werking en bedrijf
33