Aanbevolen zekeringgrootten vindt u in het hoofdstuk "Technische gege-
vens".
Alle regel-, controle- en veiligheidsinrichtingen van de warmtepomp zijn
bedrijfsklaar bedraad en getest.
▶ Kies geleiderdiameters en kabeltypes overeenkomstig de desbetref-
fende beveiligingen en de installatiewijze.
▶ Sluit de warmtepomp aan conform het schakelschema. Er mogen
geen andere verbruikers worden aangesloten.
▶ Gebruik voor de warmtepomp een afzonderlijke FI-veiligheidschake-
laar als de warmtepomp via een FI-veiligheidschakelaar aangesloten
wordt. Neem de geldende voorschriften in acht.
▶ Bij vervangen van de printplaat de kleurcodering aanhouden.
5.6.1
CAN-BUS
OPMERKING
Systeemstoring bij het verwisselen van de 12-V- en CAN-BUS-aan-
sluitingen!
Het communicatiecircuit is niet gedimensioneerd voor een constante
spanning van 12 V.
▶ Zorg ervoor dat de kabels op de overeenkomstig gemarkeerde aan-
sluitingen van de module zijn aangesloten.
Op de CAN-BUS aan te sluiten toebehoren, bijv. vermogenscontrole, op
de installatieprintplaat in de warmtepomp parallel met de CAN-BUS-aan-
sluiting voor de I/O-module aansluiten. Toebehoren kunnen ook in serie
met andere op de CAN-BUS aangesloten eenheden worden aangesloten.
De verschillende printplaten in de warmtepomp zijn via de CAN-BUS-
communicatieleiding met elkaar verbonden. CAN (Controller Area Net-
work) is een tweedraadssysteem voor communicatie tussen micropro-
cessorgestuurde modules/printplaten.
• Als verlengsnoer buiten de eenheid is een LIYCY-kabel (TP)
2 x 2 x 0,75 (of gelijkwaardig) geschikt. Als alternatief kunnen voor
de installatie in buitenopstelling toegelaten twisted-pair-kabels met
afscherming met een minimale doorsnede van 0,75 mm
bruikt.
• De maximaal toegestane kabellengte is 30 m.
• De omschakelaar "Term" duidt begin en einde van CAN-BUS-circuits
aan. Zorg ervoor dat de juiste kaart afgesloten is en dat alle andere
kaarten niet afgesloten zijn.
Afb. 17 CAN-BUS-beëindiging
On
Afgesloten CAN-BUS
Off
Niet afgesloten CAN-BUS
Logatherm WSW196i.2/186i – 6721832795 (2023/09)
5.6.2
Regelaar en installatieprintplaat zijn via EMS-BUS met elkaar verbon-
den.
De voedingsspanning van het regeltoestel gebeurt via de BUS-kabel. De
polariteit van de twee EMS-BUS-kabels is niet van belang.
Voor toebehoren, dat op de EMS-BUS wordt aangesloten, geldt het vol-
gende (zie ook installatiehandleiding van het betreffende toebehoren):
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten ze in
▶ Gebruik kabels met een minimale doorsnede van 0,5 mm
▶ Gebruik bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovolta-
5.6.3
Leg om inductieve invloeden te voorkomen alle laagspanningskabels
(meetstroom) met 100 mm minimale afstand tot stroomgeleidende
230 V- of 400 V-kabels.
Gebruik de volgende kabeldiameters om de kabels van de temperatuur-
sensor te verlengen:
• tot 20 m kabellengte: 0,75 bis 1,50 mm
• tot 30 m kabellengte: 1,0 bis 1,50 mm
Maximale last op de relaisuitgangen: 2 A, cos Bij een hogere be-
lasting is montage van een tussenrelais nodig.
5.6.4
OPMERKING
Materiële schade door verkeerde aansluiting!
Door aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is schade
aan elektrische bestanddelen mogelijk.
▶ Voer uitsluitend aansluitingen op externe aansluitingen van de warm-
▶ Gebruik uitsluitend relais met goudcontacten wanneer tussenrelais
2
worden ge-
De externe ingangen kunnen voor de afstandsbediening van afzonderlij-
ke functies van de besturing worden gebruikt.
De functies, die door de externe ingangen worden geactiveerd, worden
in de handleiding van de besturing beschreven.
De externe ingang wordt op een handmatige schakelaar of een besturing
met 5 V-relaisuitgang aangesloten.
6 720 809 156-24.1I
EMS-BUS
onderling een minimale afstand van 100 mm hebben.
serie of stervormig worden aangesloten.
ïsche installaties) afgeschermde kabels. De afscherming slechts aan
één zijde aan de behuizing aarden.
Externe aansluitingen
Externe aansluitingen
tepomp uit, die voor 5 V en 1 mA aangepast zijn.
nodig zijn.
5
Installatie
2
.
2
2
21