6
In bedrijf nemen
▶ Zet de ventielen van het vulsysteem in de normale positie en schakel
de pomp van de vulinrichting uit.
0010030149-001
Afb. 33 Vulsysteem in normale positie
▶ Neem de slangen af en isoleer het vulsysteem.
Afb. 34 Isolatie van het vulsysteem
Bij gebruik van andere hulpmiddelen is onder andere het volgende no-
dig:
• Een schoon reservoir met een inhoud overeenkomstig de benodigde
brijnhoeveelheid
• Een extra reservoir voor het opvangen van verontreinigde brijnvloei-
stof
• Dompelpomp met filter, transportcapaciteit minimaal 6 m
voerhoogte 60 tot 80 m
• Twee slangen, Ø 25 mm
6.2
Vullen en ontluchten van warmtepomp en cv-installa-
tie
Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijvoor-
beeld radiator).
Als de warmtepomp binnen 48 uur na het inschakelen buitengewoon
hoge temperaturen signaleert, bevat de cv-installatie mogelijk nog lucht.
In dit geval wordt een automatische ontluchtingscyclus gestart. Contro-
leer bovendien, of de deeltjesfilter niet vervuild is.
30
0010030153-001
3
/h, op-
Logatherm WSW196i.2/186i – 6721832795 (2023/09)