5
Installatie
5.5
Aansluiting
5.5.1
Buisaansluitingen algemeen
OPMERKING
Gevaar voor storingen door verontreinigingen in de leidingen!
Vaste stoffen, metaal-/kunststofspanen, hennep- en afdichtbandresten
en dergelijke materialen kunnen zich in pompen, ventielen en warmte-
wisselaars afzetten.
▶ Voorkom het binnendringen van vreemde voorwerpen in het buizen-
systeem.
▶ Leidingcomponenten en -verbindingen niet direct op de vloer leggen.
▶ Zorg er bij het ontbramen voor, dat er geen spanen in de buis achter-
blijven.
Buismaterialen
▶ Gebruik om schade aan de brijncircuitpomp te voorkomen tussen
warmtepomp en collectoren uitsluitend koper-, kunststof of roest-
vaststalen buizen. In het gebouw uitsluitend metalen buizen van ko-
per of roestvast materiaal gebruiken. Wanneer ethanol als
vorstbeveiliging wordt gebruikt, vanwege brandbeveiligingstechni-
sche overwegingen koperen buis of roestvaste buis gebruiken.
5.5.2
Aansluiting van de aftapslang
Een aftapslang (binnendiameter 10 mm) van de aftapslangaansluiting
naar een vorstvrije afvoer installeren. De aftapslang behoort niet tot de
leveringsomvang.
Afb. 13 Aansluiting van de aftapslang
[1]
Aansluiting van de aftapslang
[2]
Aftapslang
18
Isolatie
▶ Alle warmte- en koudevoerende leidingen moeten worden voorzien
van een geschikte warmte- respectievelijk condensatie-isolatie con-
form de geldende normen.
▶ Voor een optimale warmwaterbereiding en effectiviteit de leidingen
tussen warmtepomp en boiler isoleren.
Dimensionering
▶ De maximaal toegestane buislengte tussen warmtepomp en boiler is
10 m (enkelvoudig traject).
2
1
Logatherm WSW196i.2/186i – 6721832795 (2023/09)
2
0010028243-001