3 Reset de voeding.
4.6.4
Over fluisterstille nachtstand
De fluisterstille nachtstand laat de buitenunit 's nachts stiller draaien.
Het koelvermogen van de unit neemt af. Leg de fluisterstille
nachtstand uit aan de klant en vraag of de klant deze stand wil
gebruiken.
Fluisterstille nachtstand inschakelen
1 Verwijder het deksel van de schakelaars op de service-
printplaat.
1×
1
2 Zet de schakelaar van de geluidsarme stand (SW6-1) op ON.
4.6.5
Over blokkering verwarmingsstand
Bij blokkering in de verwarmingsstand kan de unit alleen verwarmen.
Blokkering verwarmingsstand inschakelen
1 Verwijder het deksel van de schakelaars op de service-
printplaat.
2 Zet de schakelaar van de blokkering van de verwarmingsstand
(SW5-1) op ON.
1×
1
4.6.6
Over blokkering koelstand
Bij blokkering in de koelstand kan de unit alleen koelen. Gedwongen
werking blijft mogelijk in de koelstand.
Specificaties voor de connectorbehuizing en de pennen: ST-
producten, behuizing VHR‑5N, pen SVH‑21T‑1,1
Wanneer de blokkering koelstand in combinatie met de Hybride voor
Multi wordt gebruikt, dan werken deze units niet met de
warmtepomp.
Blokkering koelstand inschakelen
1 Sluit pen 3 en 5 van connector S15 kort.
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
3P600450-1C – 2020.05
ON
OFF
2
A
1
1
2
2
1
2
SW6
3
4
5
5
5.1
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde
punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit
nadat u ze gesloten hebt.
ON
OFF
4
A
3
2
1
1
2
2
4
3
3
2
1
SW5
4
5
4×
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de
compressor ontstaan.
Checklist voor de inbedrijfstelling
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
Afvoer
De afvoer moet vlot stromen.
Mogelijk gevolg: Er kan condenswater naar beneden
druppelen.
De
binnenunit
ontvangt
gebruikersinterface.
De
vermelde
kabels
worden
doorverbindingskabel.
5 Inbedrijfstelling
S15
VHR-5N
SVH-21T-1
de
signalen
van
de
gebruikt
voor
de
Montagehandleiding
13