a
AL2 AL1
b
c
S40
FU2
DC(-)
DC
d
DC
AC
a
AL1, AL2 - connector kabel elektromagnetische klep*
b
S20~24 - connector kabel spoel elektromagnetische klep
(kamer A, B, C, D, E)*
c
S40 – connector kabel thermisch overbelastingsrelais en
hogedrukschakelaar*
d
Multimeter (wisselstroomspanningsbereik)
e
S90~93 – connector thermistorkabel
f
S70 – connector kabel ventilatormotor
g
S80 - connector kabel 4-wegsklep
h
Connector compressorkabel
*Kan verschillen naar gelang van het model.
4.5.1
Specificaties van de
standaardcomponenten van de bedrading
Onderdeel
Voedingskabel
Spanning
Fase
Frequentie
Draadtype
Kabel tussen de units
(binnen↔buiten)
Aanbevolen onderbreker
Aardlekschakelaar
Model
3MXM40
3-aderige kabel 2,5 mm
3AMXM52,
H05RN-F (60245 IEC 57)
3AMXF52,
H07RN-F (60245 IEC 66)
3MXF52,
3MXM52,
3-aderige kabel 4,0 mm
3MXF68,
H07RN-F (60245 IEC 66)
3MXM68,
4MXM68
4MXM80
3-aderige kabel 4,0 mm
5MXM90
H07RN-F (60245 IEC 66)
Elektrische apparatuur moet voldoen aan EN/IEC 61000-3-12, de
Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen
vastlegt voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur
die is aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een
ingangsstroom van >16 A en ≤75 A per fase.
4.5.2
De elektrische bedrading op de buitenunit
aansluiten
1 Verwijder het deksel van de schakelkast (1 schroef).
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
3P600450-1C – 2020.05
S92
e
S93
f
g
S80
h
220~240 V
1~
50 Hz
A
2
4-aderige kabel 1,5 mm
2
2,5 mm
en geschikt voor
220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
B
MOETEN voldoen aan de
toepasselijke wetgeving
A
B
2
16 A
20 A
2
2
25 A
32 A
1×
2 Sluit de draden tussen de binnen- en de buitenunits zo aan dat
de nummers van de klemmen overeenstemmen. Zorg dat de
symbolen voor de leidingen en de bedrading overeenstemmen.
3 Sluit de juiste bedrading aan op de juiste kamer.
a-A
a-C
e-A
a
Klem voor kamer (A, B, C, D, E)*
b
Onderbreker
c
Aardlekschakelaar
d
Voedingskabel
e
Kabel onderlinge verbinding voor kamer (A, B, C, D, E)*
*Kan verschillen naar gelang van het model.
4 Draai
de
klemschroeven
kruiskopschroevendraaier.
of
5 Trek even aan de draden om te controleren of ze niet
loskomen.
6 Maak de draadbevestiging goed vast om externe belasting op
het uiteinde van de draden te voorkomen.
7 Voer de bedrading door de uitsparing in de onderkant van de
beschermplaat.
8 Zorg ervoor dat de elektrische bedrading niet met de gasleiding
in contact komt.
4 Installatie
a-B
a-D
b
c
a-E
e-D
e-C
e-B
e-E
goed
vast
Montagehandleiding
d
met
een
11