Gekoppeld fotograferen
Het verdient aanbeveling de handmatige scherpstelling te gebruiken voor
de camera's met slave-units. Wanneer u niet kunt scherpstellen met de
automatische scherpstelling, is gekoppeld fotograferen niet mogelijk met
de desbetreffende camera met de slave-unit.
Er is een korte vertraging tussen het ontspannen van de camera met de
slave-unit en de timing van het ontspannen van de camera met de
masterunit. Perfect simultaan fotograferen is niet mogelijk.
Als u meerdere flitsers tegelijkertijd laat flitsen tijdens gekoppeld
fotograferen, wordt de relevante belichting mogelijk niet bereikt of krijgt u
mogelijk een onevenwichtige belichting.
Wanneer [Flitsen] in [Flits functie instellingen] is ingesteld op
[Uitschakelen] (p. 50), is gekoppeld fotograferen niet mogelijk.
Wanneer u gekoppeld fotografeert in de live-viewstand, dient u [Stille LV-
opname] in het menu van de mastercamera in te stellen op
[Uitschakelen]. Als [Modus 1] of [Modus 2] is ingesteld, wordt de
ontspanknop op de slave-unitcamera's niet geactiveerd.
De transmissieafstand kan korter zijn, afhankelijk van de
omstandigheden, zoals de plaatsing van slave-units, de omliggende
omgeving en de weersomstandigheden.
De functie voor gekoppeld fotograferen is dezelfde functie als de functie
voor gekoppeld fotograferen van de WFT-serie draadloze
bestandstransmitters. U kunt echter niet gekoppeld fotograferen in
combinatie met de WFT-serie. Bovendien verschilt de
ontspantijdvertraging van gekoppeld fotograferen bij gebruik van de
WFT-serie.
U kunt deze functie gebruiken als afstandsbediening voor de masterunit
voor gekoppeld fotograferen zonder dat u een Speedlite of transmitter op
een camera aansluit. Wanneer op functieknop 1 <U> op de
masterunit wordt gedrukt, worden alle camera's met slave-units
ontspannen.
Tijdens gekoppeld fotograferen duurt het 5 minuten totdat de
automatische uitschakeling plaatsvindt.
46