Volledig automatisch draadloos flitsen
De flitsbelichtingscompensatie en andere instellingen die op de transmitter
(masterunit) zijn ingesteld, worden ook automatisch ingesteld in de flitser
(slave-unit). U hoeft u de slave-unit niet te bedienen tijdens het fotograferen.
f Flitsbelichtingscompensatie
Op dezelfde manier als u de normale belichtingscompensatie instelt, stelt u
ook de flitsbelichtingscompensatie in. De flitsbelichtingscompensatiewaarde
kan worden ingesteld tot maximaal ±3 stops in stappen van 1/3 stop.
Over het algemeen kunt u het beste voor lichte onderwerpen een grotere
belichtingscompensatie en voor donkere onderwerpen een kleinere
belichtingscompensatie kiezen.
Als de belichtingscompensatie van de camera is ingesteld in stappen van 1/2 stop,
is de flitsbelichtingscompensatie maximaal ±3 stops in stappen van 1/2 stop.
Wanneer de flitsbelichtingscompensatie zowel op de transmitter als op
de camera wordt ingesteld, krijgt de instelling op de transmitter voorrang.
De flitsbelichtingscompensatiewaarde kan rechtstreeks worden ingesteld
met <9> zonder op de knop te drukken (C.Fn-13/p. 57).
Geef <M> weer.
1
Druk op functieknop 4 om <M>
weer te geven.
Druk op de knop <@>.
2
Druk op functieknop 2 <@>.
<f> wordt weergegeven en de
flitsbelichtingscompensatiewaarde
wordt geselecteerd.
Stel de waarde voor de
3
flitsbelichtingscompensatie in.
Draai <9> om de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in te
stellen en druk op <8>.
De flitsbelichtingscompensatiewaarde
is ingesteld.
"0.3" betekent stops van 1/3 en "0.7"
betekent stops van 2/3.
Om de flitsbelichtingscompensatie te
annuleren, zet u de
compensatiewaarde terug op "±0".
27