•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor
ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel
en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen
voorkomen.
•
Draag geschikte kleding, waaronder
oogbescherming, stevige schoenen met
een gripvaste zool, een lange broek en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen loshangende juwelen.
•
Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine
gaat gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen
zoals stenen, speelgoed en draad die door de
machine kunnen worden uitgeworpen.
•
Controleer of de dodemansknop, de
veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen
zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik
de machine uitsluitend als deze naar behoren
werken.
•
Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u het werktuig controleert
nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine
Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder
en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of
ontbrekende stickers.
1. Waarschuwing - Lees
de instructies voordat u
service- of onderhouds-
werkzaamheden uitvoert.
1. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen,
zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn.
104–7729
2. Handen of voeten
kunnen worden
gesneden/geamputeerd
- Zet de motor af en
wacht tot alle bewegende
onderdelen tot stilstand
zijn gekomen.
120-9570
abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
maai-eenheden.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat
verkeren en alle bevestigingselementen stevig
vastzitten. Vervang versleten of beschadigde
stickers.
•
Een versleten of beschadigd mes kan breken en
een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in
de richting van de gebruiker of omstanders en zo
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen
controleert. Omwikkel het maaimes of
draag handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of gewet, probeer ze nooit recht te
maken of te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
één mes draait.
decal104-7729
1. Tabel maaidek
decal120-9570
4
131-1820
decal131-1820