sneller of ongelijkmatig slijten en kan de
maaikwaliteit achteruitgaan.
Opmerking:
Als de messen van de
messenkooi voortdurend tegen het ondermes
aan lopen, zal er op het oppervlak van de
voorste snijrand van het ondermes over de
gehele lengte een lichte braam ontstaan. Vijl de
voorste snijrand af en toe bij om de braam te
verwijderen en de maairesultaten te verbeteren.
Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide
uiteinden van het ondermes een groef ontstaan.
Voor een soepele werking moet u deze groeven
afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het
ondermes.
Contact tussen snijplaat en
messenkooi afstellen
Gebruik deze procedure tijdens het afstellen van het
maaidek en na het slijpen, wetten of demonteren van
de messenkooi. Dit is geen dagelijks onderhoud.
1.
Plaats het maaidek op een vlak, horizontaal
oppervlak.
2.
Kantel het maaidek zodat u bij het ondermes
en de messenkooi kunt.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de moeren op het
achtereind van de stelschroeven van de snijbalk
niet op het werkvlak rusten
3.
Draai de messenkooi zodanig dat 1 van de
messen de rand van het ondermes kruist tussen
de eerste en de tweede schroefkop van het
ondermes aan de rechterkant van het maaidek.
4.
Breng een markering aan waar het mes de rand
van het ondermes kruist.
Opmerking:
Dit maakt latere afstellingen
eenvoudiger.
5.
Steek een afstandsring (0,05 mm) tussen het
mes en de rand van het ondermes op de plaats
waar u de markering hebt aangebracht in stap 4.
6.
Draai aan de rechter afstelschroef van de
snijbalk
(Figuur
9) tot u een lichte druk voelt
als u de afstandsring heen en weer schuift.
Verwijder de afstandsring.
7.
Voor de linkerzijde van het maaidek draait u de
messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde
mes de rand van het ondermes kruist tussen de
eerste en de tweede schroefkop.
8.
Herhaal stap
4
tot
maaidek en de linkerstelschroef van de snijbalk.
9.
Herhaal stappen
de contactpunten aan de linker- en rechterkant
van het maaidek.
(Figuur
8).
6
voor de linkerkant van het
5
en
6
tot er lichte druk is op
10.
Om een licht contact tussen het ondermes en de
messenkooi te verkrijgen dient u elke stelschroef
van de snijbalk 3 klikstanden rechtsom te
draaien.
Opmerking:
van de snijbalk beweegt het ondermes 0,018
mm. Draai de stelschroeven niet te vast.
Draai de stelschroef rechtsom om de rand van
het ondermes dichter bij de messenkooi te
brengen. Draai de stelschroef linksom om de
afstand van de rand van het ondermes tot de
messenkooi te vergroten.
11.
Steek een lange strip maaiprestatiepapier (Toro
onderdeelnr. 125-5610) tussen de messenkooi
en het ondermes, loodrecht op het ondermes
(Figuur
10) en draai vervolgens langzaam de
messenkooi naar voren. De messenkooi moet
in het papier snijden. Als de messenkooi niet
in het papier snijdt, moet u alle stelschroeven
van de snijbalk 1 slag rechtsom draaien en deze
stap herhalen totdat de messenkooi wel in het
papier snijdt.
Opmerking:
Als het contact tussen het ondermes en
messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van
het ondermes vernieuwen of het maaidek slijpen om
de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met
grote precisie te kunnen maaien (zie de handleiding
Slijpen van Toro-maaimachine met messenkooien en
roterende messen, documentnr. 09168SL).
De hoogte van de achterrol
afstellen
Afhankelijk van het gewenste maaihoogtebereik moet
u de beugels van de achterrol
in de hoge of lage stand zetten:
•
Plaats het afstandsstuk boven de montageflens
van de zijplaat (fabrieksinstelling) bij
10
Elke klikstand van de stelschroef
Figuur 10
(Figuur 11
of
g014411
Figuur
12)